7 december 2020

December uitgave van de Piste: Dubbeldik

Interview

Nu nog bij de binder, maar morgen op de post, is het feestelijke decembernummer van Circusmagazine De Piste. Het is de kers op de taart van de 71ste jaargang. Met liefst vier bijzondere interviews. Zoals met Aad van Toor, die zegt geen liefhebber van circus te zijn, maar toch jarenlang mede-naamdrager was van het uiterst succesvolle circus Bassie & Adriaan. Een komiek van een totaal ander soort is Rolf Knie. In het interview dat De Piste met hem had, bekent deze dat hij na 65 jaar hij eigenlijk nog niet weet wat hij is. Vader Fredy Knie sr. adviseerde hem in zijn jonge jaren om clown te worden. Een advies dat prima voor Rolf Knie uitpakte. Miljoenen mensen bracht hij aan het lachen. Als kunstenaar is deze Knie-telg eveneens uiterst succesvol. Daarnaast is hij ook nog circusdirecteur.

In het interview met Jan Louwman worden herinneringen opgehaald aan de ‘circusmomenten’ in het niet meer bestaande Dierenpark Wassenaar. Jan Louwman, opgegroeid met olifanten en roofdieren in de dierentuin van zijn circusvriendelijke ouders verhaalt onder meer over de komst van de beroemde tijgerdresseur Gilbert Houcke naar Wassenaar en over Karl Kossmayer die er met olifanten van Knie en in 1982 zelfs met een Circus Karl Kossmayer optrad. Verder komt middels een uitgebreid interview het Duo Kira (Kim en Tara) aan het woord. Een jong stel uit Friesland, die als hand op handacrobaten nu graag geziene artiesten in Nederlandse en buitenlandse pistes zijn.

Ondanks dat er in het najaar amper nog voorstellingen live te bezoeken waren, publiceert De Piste enkele recensies. En wel van Bouglione in het Cirque d’Hiver, welke met Dingue (‘knotsgek’) een show presenteert die om begrijpelijke redenen een tikje anders is dan oorspronkelijk gepland, alsmede van Knie dat voor dit jaar een compleet nieuwe show creëerde. Daarin de razende motoren van Flic Flac, edele paarden en het Duo Ursus & Nadeschkin als komisch hoogtepunt.

In dit nummer tevens enkele achtergrondverhalen. Enerzijds via de vaste rubriek ‘Beestenboel’, anderzijds via een artikel over ‘De circusregisseur’. Het bevat een bloemlezing van enkele tot de verbeelding sprekende circusregisseurs die een eigen stempel drukken op het samenstellen van bijzondere circusprogramma’s.

Daarnaast is er ruim plaats voor de circushistorie ingeruimd. Rijk geïllustreerd is het relaas over het Circusgebouw Scheveningen, waar aanvankelijk plaats voor pantomimecircus was en tegenwoordig vooral het musicaltheater huist. Nostalgie in woord en beeld voert de boventoon bij het artikel over het intieme Deense circus Moreno. Dat kun je eigenlijk ook wel zeggen over de bijdrage ‘Sarrasani 1931 Amsterdam’. Vlak voor het Olympisch Stadion streek in de dertiger jaren twee keer het kolossale en tot de verbeelding sprekende circus van Hans Stosch-Sarrasani neer. En als ‘finale’ komt het slot van de serie ’75 jaar Bevrijding’. Na afloop van WOII was er een run op de circuskassa’s. Toch duurde die honger naar circusamusement maar kort en verdampte het succes snel. Wat was de oorzaak?

Actualiteiten volgen door de rubriek CircusNieuws en het verhaal over het kersverse Écocirque. Een nieuw circusconcept van André-Joseph, telg van de familie Bouglione. Over de enorme stroom nieuwe circusboeken bericht Circotheek. Ook de rubriek Miniatuurhoek ontbreekt ditmaal niet.

Nieuwsgierig geworden? Neem dan nu direct een abonnement via freddel@ziggo.nl