Zon, circus en grote vragen op de eerste twee dagen Circusstad Festival.
Het fijne aan Circusstad Festival: je begint de dag (of houdt lunchpauze) in de verse voorjaarszon op het Schouwburgplein. Stipt om twaalf uur presenteert het festival dagelijks een paar stralende circustheater-acts op het buitenpodium. Daarna kun je door naar een knusse theatertent. Die soms al even heeft staan broeien in diezelfde zon, dat dan weer wel.
Op de dag dat ik dit schrijf (donderdag 1 mei) begint het programma met drie try-outs van afstuderende Codarts Circus studenten. Actuele temperatuur om 12:00 uur: ongeveer 23 graden, hoewel de gevoelstemperatuur in volle zon flink hoger ligt. Honderd bezoekers en passanten verzamelen zich op de bankjes en het kunstgras rond het podium.
Als eerste danst Sequoia van Ekeren tevoorschijn in een bontachtige (warme!!) jas. Ze heeft heel veel paren Crocs bij zich, danst extravagant en glimlacht overdreven terwijl ze haar trucs in de trapeze volbrengt (met Crocs aan haar voeten). De act leidt voor Sequoia tot het inzicht dat alle extravagantie eigenlijk nergens toe dient, behalve dat dit optreden hetgeen is waar zij zich het meest thuis voelt. Een beetje meta-reflectie en nihilisme in de ochtend, en mooi trapezewerk.

Sequoia van Ekeren. (Foto door: Jona Harnischmacher)
Zie het als representatief voor wat nog komen gaat. In de bakkende hitte van deze dag wisselen sterke circustechniek en artistieke reflecties elkaar af.
Ákri door Manuel Rosés
Eén hoogtepunt van de eerste twee festivaldagen wil ik hier speciaal uitlichten: de voorstelling Ákri door Manuel Rosès.
Even voor 15:00 uur schuift een lange rij toeschouwers de belangrijkste festivaltent binnen. Een ventilator blaast bij de ingang nog een soort van frisse lucht naar binnen. Programmaboekjes worden uitgedeeld als provisorische waaiers. Als we denken dat de tent al vol zit, krijgt het publiek de vraag om in te dikken: de tent is uitverkocht. De sfeer? Goed opgewarmd.
Ákri is de kleine ontberingen helemaal waard. Vijftig minuten lang hangen we aan de lippen van acrobaat-acteur Manuel Rosés. Met slapstick, gesproken tekst en klassieke handstand acrobatiek op een trap (zoals vooral bekend van de chique Italiaanse circusfamilies) inclusief moderne dans-twist, bouwt Rosés een gelaagd verhaal over keuzes maken, verandering aandurven of even niks doen.

Ákri. (Foto door: Jona Harnischmacher)
De setting oogt aan het begin eenvoudig. Rosés komt binnen door een deur aan de rand van het podium. Hij twijfelt: gaat hij de grote trap van 22 treden beklimmen of niet? Dan volgt een cascadeursact (= acrobatiek met als komische specialiteit het gestunteld vallen) waarin Rosés magnifiek de trap op strompelt om er even later weer koprollend vanaf te donderen. Hij voert het cascadeurswerk geniaal realistisch uit.
Dan is hij boven. En nu? Hierna verandert het verloop van de voorstelling. Rosés praat tegen het publiek, deelt zijn twijfels en existentiële overdenkingen. Het podium blijkt voor hem een metafoor over keuzes maken in het leven. Als je ‘opgaat’, dan kóm je niet alleen ergens (namelijk op het podium), maar laat je ook altijd wat achter. Rosés vertelt heel toegankelijk en grappig, waardoor ik direct mee ben in zijn verhaal.

Ákri. (Foto door: Jona Harnischmacher)

Ákri. (Foto door: Jona Harnischmacher)
Het podiumbeeld verandert mee met het verhaal. Een extra deur verschijnt, dan een groot schilderij, een leunstoel en een narrenpak. Het laat je gewoon vergeten dat Rosés halverwege de tentdeuren heeft laten openen om de hitte te lijf te gaan (waardoor daglicht opeens het podiumbeeld ‘verstoort’).
Zo lichtvoetig als Rosés in handstand de trap op en af springt, de perfecte salto’s en pirouettes draait van een kleine trampoline naar de traptreden en weer terug: we zien duidelijk een acrobatische meester aan het werk. De combinatie van zulke overtuigende acrobatiek- en acteerskills is zeldzaam. Rosés schakelt snel tussen beide rollen, nauwelijks zichtbaar vermoeid wanneer hij na een zware choreografie zijn monoloog hervat. Ákri wordt zo een testament van menselijke twijfel én puur vakmanschap.

Ákri. (Foto door: Jona Harnischmacher)
Try-outs en wereldact
Op deze donderdag biedt het festival natuurlijk meer verdiepende en lichtvoetige shows. De twee andere acts uit het openingsblok van Codarts – vloeracrobaat Lilly Nolen en diabolojongleur Sam Balthasar – onderstrepen de veelzijdigheid van het hedendaagse circus. De ene met een dromerig puur handstandnummer en de ander in een creatieve act rond twee zelfgebouwde machines waarvan er één diabolo’s ‘spuwt’.

Lilly Nolen. (Foto door: Jona Harnischmacher)

Sam Balthasar. (Foto door: Jona Harnischmacher)
En dan was er natuurlijk ook weer de family freakshow van Captain Frodo, Melinda Meijs en Lisa Chudalla. Een originele mini-circusvoorstelking (half uurtje) die ook de liefhebbers aanspreekt met een liefde voor klassiek circus en variété. Frodo’s tennisracket-act is echt een fenomeen, en dat kan je in Rotterdam momenteel van heel dichtbij aanschouwen.

Frodo. (Foto door: Jona Harnischmacher)