11 november 2018

Patrick Cramers: Bouwen aan een sterker imago van het circus

fotograaf: Marcel van Oostrom

Het woord circus wordt in de Nederlandse taal veel gebruikt. Vaak om aan te geven dat iets onoverzichtelijk is en niet geordend. Als het woord circus in dit verband wordt gebruikt heeft het niet altijd een gunstige betekenis. En het wordt hoog tijd dat hier iets aan gaat veranderen. Circus is cultureel erfgoed en circus komt steeds meer in de belangstelling. Circus wordt zelfs genoemd als een kunstvorm door de Raad van Cultuur, het begin is er! Tijd voor een gesprek met Patrick Cramers, de voorzitter van de Stichting Circuscultuur (CircusNL, als opvolger van Arie Oudenes.

Cramers: “Vanuit het circusveld is met sinds 2016 keihard aan het werk om verandering te brengen in het imago van circus. Zoiets kan alleen maar tot stand worden gebracht als je circusbreed samen gaat werken. Daarom wordt door een groot aantal organisaties gewerkt aan de Agenda 2025. Doel is om het Nederlandse circus als cultureel erfgoed verder te profileren en de sector te ondersteunen en helpen groeien. Onder de noemer circus 2025 zetten de organisaties gezamenlijk de schouders onder dit plan. CircusNL wil met een gezamenlijke stem een stevig fundament leggen voor het circus in Nederland. Er is een kerngroep gevormd met vertegenwoordigers van St. Circuscultuur, Circomundo en de Vereniging Nederlandse Circusondernemingen (VNCO). Het LKCA (Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie Amateurkunst) ondersteunt deze kerngroep met een secretaris en door het circus als kunstdiscipline beter zichtbaar te maken en te profileren, circus als kunstvorm heeft echt potentie”.

Circusbreed meepraten van belang om iets te bereiken

Patrick Cramers praat bevlogen over zijn opdracht, hij zet zich al jarenlang in om wekelijks te werken aan Agenda 2025 door gesprekken te voeren met allerlei partijen.
Hij blikt terug naar het begin in 2016, bij de eerste bijeenkomst waar 250 mensen aanwezig waren na een uitnodiging aan alle partijen die iets met circus te maken hebben.
We vragen ons af hoe nu de betrokkenheid is. Bijvoorbeeld of er nog mensen te bekennen zijn die van het traditioneel circus komen, of is het nu een zaak van de mensen van de circusacademies en jeugdcircussen?

Cramers: “Toen we zijn begonnen hebben we alle partijen die wij kennen uitgenodigd om mee te doen, met de adressenlijst van VNCO, van de  Stichting Circuscultuur, Circomundo, en dat resulteerde in de opkomst van een grote groep belangstellenden van 250 mensen. Natuurlijk hebben we iedereen breed uitgenodigd en daarmee hebben we goed geprobeerd om vanuit alle invalshoeken de mensen aan boord te krijgen. Die inbreng is nodig om uiteindelijk iets te bereiken. Iedere keer opnieuw gaat er een uitnodiging naar alle partijen. Het is de kern van Circuscultuur om iedereen breed uit te nodigen. Ook de wintercircussen zijn uitgenodigd om mee te praten en worden geïnformeerd.

Noem eens vijf Nederlandse circusartiesten

De overeenkomst met alle betrokkenen is circus, maar de beleving en de uitvoering is bij elk soort circus weer anders, dat levert de nodige knelpunten op. Cramers: “We zijn als sector gefragmenteerd. Iedereen probeert er het beste van te maken, en de een slaagt daar goed in, de ander krijgt net wat minder publiek. Het circusbedrijf is nog altijd redelijk onbekend en heeft niet de beste imago. Zo komen er maar weinig Nederlandse talenten in beeld. Vraag ieder willekeurig persoon maar eens om vijf Nederlandse circusartiesten te benoemen. Circus is een bedrijfstak die onder druk staat. Dat geld niet alleen voor de tentcircussen, maar ook voor festivals en theaters. Het is vaak lastig om er iets sterks van te maken. Zelfs Carré worstelt ermee om circus goed te kunnen verkopen”.
“Toch zijn er naast die knelpunten ook positieve punten. Ik zie dat er veel meer belangstelling voor is, iedereen met wie ik praat… iedereen heeft er wel een goede herinnering aan, bewondering voor het vak, we zien dat er goede initiatieven zijn, meerdere festivals, opleidingen, er gebeurt ook wel het een en ander”.

Zo langzamerhand bouwen we weer wat op. Zo wordt nu sterk gekeken naar talentontwikkeling, dus praten we met de opleidingen. Ook willen we ons richten op de belangstelling van het publiek. Zo praten we momenteel over een festival atlas. Er zijn veel initiatieven in voorbereiding. We praten met veel partijen en focussen ons op de stappen die we kunnen nemen. Vanaf september wordt maandelijks overlegd met VNCO, circuscultuur, LKCA en Circomundo”.

Waarom wachten tot 2025?
Waarom duurt het nog 7 jaar voordat al die plannen zijn gerealiseerd? Cramers:  “We hebben de 2025 als datum neergezet om ruim de tijd te nemen om iedereen aan te laten sluiten. Zoiets moet je ook niet te snel willen realiseren, want dan wordt iedereen zenuwachtig. In 2025 kunnen we misschien een hele circusweek realiseren. Als we hier over praten wordt iedereen hier blij van. Maar daarbij moeten we wel eerlijk zijn, de afgelopen 10 jaar is dat niet gelukt. Misschien moeten we ook kijken naar hoe we zoiets organiseren. Cramers neemt als voorbeeld de Wereldcircusdag, na de eerste 2 keer wat initiatieven zijn er nu nauwelijks nog acties bij de circussen. “we krijgen de handen er niet voor op elkaar, laat staan een hele week”. Cramers nodig mensen ook uit met een voorstel te komen, een mooi plan, dan gaan we daarover in gesprek. “Iemand moet een goed plan maken. We krijgen nu reacties van… wat zit er voor mij in, ik ga het niet op eigen kosten organiseren. En zo voer ik minstens 2 keer per week gesprekken met allerlei betrokkenen in de circuswereld.

Heb je al een gesprek gevoerd met de Minister van Cultuur Ingrid van Engelshoven?

Cramers glimlacht trots om deze vraag. “Ik zit niet zo ver af van een gesprek met de minister van cultuur, we zijn al bij de Raad van Cultuur geweest. En we zijn genoemd in het cultuurplan voor theater en dans. Dit zijn plannen die de komende jaren uitgevoerd gaat worden, circus staat daar nu integraal in, dat is een enorme winst en vooruitgang in vergelijk met wat we eigenlijk hadden. Betekent dat fondsen dit als uitgangspunt nemen, dat betekent dat circussen op een goede manier bij fonds podiumkunsten goede aanvragen kunnen indien. We hoeven nu niet meer uit te leggen dat circus ook een kunstvorm is”.

Meer getuigenissen van liefhebbers nodig

Wat hebben we nu nog nodig? Cramers: “Ik weet dat er veel liefhebbers zijn van dit genre en het het zou mooi zijn als die liefhebbers wat vaker de waardering voor circus zouden laten blijken.
Circus lijdt nog steeds onder de kritiek van dierenactivisten, wat kunnen we daaraan doen?

Cramers: “dierenactivisten zijn een teken van deze tijd. We moeten duidelijker communiceren dat circus er ook is voor dierenwelzijn. Natuurlijk moet je kritisch blijven, open staan voor een gesprek. En dan is het van belang dat je op een goede zakelijke manier hierover communiceert.
We beschikken tegenwoordig over goede circussen, goede ondernemingen, daar gaat het vooral om. Als meer circussen het niveau  van Circus Sijm zouden bereiken, dan verstomt de kritiek van zelf wel. Het zijn de mensen uit het veld die het verhaal moeten vertellen, uit het vak zelf,  die moeten het verhaal van het circus ook vertellen”.