3 mei 2022

DODENHERDENKING EN CIRCUS

Onderstaande verhalen zijn al een aantal keer eerder geplaatst op Circusweb. We plaatsen het nogmaals, zodat we nooit zullen vergeten. 

Ook Roma en Sinti werden slachtoffer van genocide door de nazi’s. Schattingen over het aantal Roma en Sinti dat werd vermoord tijdens de oorlog, lopen uiteen van 220.000 tot 1,5 miljoen. Er werden 215 Roma en Sinti uit Nederland vermoord.

Zo op het eerste gevoel zou je denken dat Dodenherdenking totaal niet bij circus past, maar dan heb je ‘t mis. De redactie van Circusweb sprak in 2013 met Spatzo Weiss, van Circusorkest Mirando tijdens zijn bezoek aan Circus Renaissance. Een Sinti Zigeuner, die een kippenvel verhaal vertelde over de oom van Alberto Althoff, Toni Boltini.

Redding door Toni Boltini
Toni Boltini redt heel heldhaftig een complete zigeunerfamilie van deportatie naar Kamp Westerbork door in SS uniform namens de Wehrmacht hun vrijlating te eisen. Het orkest onder de naam Tata Mirando is daarna de hele oorlogsperiode in het circus ondergedoken gebleven, om zo uit handen van de Duitsers te blijven.

We vonden dit kippenvelverhaal terug op internet. 
Volgens Lupa Weiss ging dat aldus:Gekleed in SS-uniform verschijnt (Boltini) bij de Duitsers en eist de vrijlating van de familie Weiss, omdat het zigeunerorkest zogenaamd moet optreden voor de Wehrmacht en onmisbaar is. De rest van de oorlogsjaren brengen wij in circus Boltini door. Het orkest speelt in een gesloten bak, om niet op te vallen. De kinderen verstoppen zich onder de circusbanken. ‘Als Boltini dat SS Uniform niet had aangehad, dan was ik niet teruggekomen. Dan waren we allemaal in Auschwitz beland.’ (Krielaars 2001)

Wikipedia vermeldt het volgende:

Tata Mirando (Zwitserland, 6 maart 1895 – Dieren, 1 januari 1967) was een musicus, leider en oprichter van het zigeunerorkest Tata Mirando.

Jeugd en opleiding
Tata Mirando werd geboren als Josef Weiss, zijn artiestenvoornaam Tata betekent ‘vader’. Zijn vader was musicus en vormde met zijn zonen een orkest waarin Josef bas speelde. Ze trokken met woonwagens door Europa en speelden dan hier, dan daar. Zo kwamen ze allengs in Duitsland terecht waar de zigeunermuziek hoog in de belangstelling stond. In die jaren werd aan het orkest het predicaat ‘koninklijk’ verleend door groothertogin Louise van Baden en Keizer Wilhelm II; het orkest trad daar aan het hof op.
Na de opkomst van Hitler zochten de Mirando’s een beschutte plek en vonden die in het reizend circus van Toni Boltini, waar ze zich bij aansloten als circusorkest met de naam de zwarte Raven . ook waren een aantal ondergedoken in Amsterdam .

Nederland
Tijdens zijn tournee deed het circus Nederland aan. Dit was de eerste kennismaking van Josef met Nederland en die beviel hem goed: ‘Nederland is voor mij het beste land van Europa,’ zoals hij later zei. Toen het circus bij zijn laatste optreden in Amersfoort stond, wachtte Josef tot hij zijn gage kreeg en zei toen tegen de directeur dat hij niet mee terugging naar Duitsland. De vervolging van joden, zigeuners en andere groepen nam steeds ergere vormen aan. Hij vestigde zich in het dorpje Cruquius in de Haarlemmermeer en verdiende zijn brood als vioolbouwer – dat vak had hij van zijn vader geleerd – en met hier en daar muziek maken.

Hoe hij met zijn vrouw en veertien kinderen de oorlog doorgekomen is, is een verhaal op zichzelf, met wonderbaarlijke wendingen van het lot waarbij ze op het nippertje aan deportatie naar Kamp Westerbork zijn ontkomen. Twee zoons zijn nog opgepakt door de Grüne Polizei maar door een bizarre samenloop van omstandigheden weer vrijgekomen. Verder heeft Toni Boltini hen beschermd door hen als orkest in zijn circus op te nemen. Het circus speelde voor de Wehrmacht en was daardoor voor vervolging gevrijwaard. Josefs broers overleefden de zigeunervervolging niet, zijn hele familie werd uitgemoord. (Jaren later zijn de Mirando’s nog naar het voormalig kamp Auschwitz gegaan om hun familie te herdenken en hen ter plaatse met hun muziek te eren).

Stolpersteine

Stolpersteine… wil laten zien waar families woonden voordat ze werden opgepakt bij razzia’s, overal waar die huizen leeggehaald worden komt een herdenkingssteen te liggen. Op hun website vond ik dit verhaal… ontroerend… ook, en circusgerelateerd.

Mijn vader was een groot Circusartiest…

Mijn vader was een groot circusartiest, acrobatiek van het hoogste niveau. Zijn sprongen waren superieur en het circus sloot ook altijd af met mijn vaders optreden. Hij en m’n tante Anna, zijn zuster, waren toen een begrip in de circuswereld. Zo heeft mamma ook tatta (vader) leren kennen, in het circus, toen ze haar handel aan de circusmensen probeerde te slijten.

Vluchten

Ik had vier zusters en nog twee broers. Naar school gingen we niet. Wij leerden van de ouderen, wat zij wisten was doorgegeven van hun ouders, en wij leerden weer van hun. Van ouders op kind, op kleinkind, zo ging dat, en nu nog vaak.
Tatta stierf in 1942, in de oorlog, ik was toen een jaar of 14. We waren door zijn ziekte in Den Haag gaan wonen in een huis. Ik werd toen leider van het gezin. Toen de razzia plaatsvond, konden we vluchten door een gat dat we in de muur die onze huizen scheidde hadden gemaakt, via het dak van onze buurvrouw.

Met z’n allen

Wij trokken van hier naar daar, en toen ik weer eens op pad was voor eten, werd ik gepakt door de politie en meegenomen naar het bureau in Zutphen. Ik kreeg een pak slaag en ze bleven me slaan en schoppen en maar doorvragen naar de familie. Maar ik heb niets verraden. Dat had ik twee dagen volgehouden en toen werden mamma en de kleintjes bij mij in de cel gebracht. Ze had zich aangegeven omdat er geen andere uitweg was. Ze zei, als er één gaat, gaan we met z’n allen.

Gered door een passagier

We moesten naar Assen om naar Westerbork te gaan. De trein was al bomvol, en we zijn de dans ontsprongen omdat dezelfde oudere man, die mij in de cel brood kwam brengen tegen ons zei, als ik m’n pet afneem, springen jullie in die andere trein. Zo gauw ik kans zag, heb ik mamma en de kleintjes in die andere trein geduwd. Een halte voor Vorden zijn we uitgestapt en naar onze woonwagen, die daar gelukkig nog stond, gelopen. We hebben wat spullen meegenomen en ons toen opgesplitst, mamma met de twee meiden naar Amsterdam en ik met de kleintjes naar Den Haag. We zouden elkaar in Den Haag weer terugzien.

Kazen stelen
We vonden daar een huis en toen kregen we weer een inval van de Duitsers. Mijn broer en ik zaten onder de vloer verstopt en mamma en de anderen waren ergens buiten ondergedoken. Na twee dagen kwamen we weer boven en we hadden natuurlijk een ontzettende honger. M’n zuster ging voor eten zorgen. Ze gooide het eerste de beste winkelraam in en stal twee hele kazen, wij natuurlijk dolgelukkig. We zijn toen bij een zuster van mamma ondergedoken en daar waren we veilig. ’s Avonds ging ik wel eens naar buiten, dan trok ik vrouwenkleren aan.

Toni Boltini achtige actie

Op een avond, na zo’n wandeling, wordt er op de deur geklopt en hoorde ik dat m’n oom en tante in de bioscoop waren en dat de politie die hele buurt had afgezet. Ik trok zo’n lange jas aan, zodat ik eruit zag als een politieagent in burger. Ik deed zo’n NSB speldje op [Nationaal-Socialistische Beweging] met een hakenkruis, dat ik ooit had gevonden en bewaard, en ik ging naar de bioscoop. Naar binnen gelopen, de Hitlergroet gebracht en opdracht gegeven om de bioscoop af te sluiten. Ik loop die zaal in en m’n oom en tante konden hun ogen niet geloven. Ik, hun neefje, was bij de partij. Ze waren echt verslagen. Ik commandeerde ze om op te staan. Een van de jongens begon me uit te schelden voor vuile hond en verrader. Ik riep dat hij z’n mond moest houden en gaf hem een paar oorvijgen. Ik neem jullie allen gevangen, opstaan en meekomen. M’n tante hoorde ik achter me jammeren. Buiten vertelde ik de soldaten dat deze mensen gevangen genomen waren en dat ik ze persoonlijk wou ondervragen. Twintig meter verderop zei ik tegen mijn oom en tante, gaan jullie hier als een verliefd stelletje knuffelen, en langzaam richting thuis bewegen. Tegen de jongens zei ik, nu ieder voor zich en lopen. Ja, je moest handelen, naar de situatie waarin je je bevond. We kunnen er nu om lachen.