Columns
9 november 2020

De Column van Conny #18

Conny is geboren en getogen in het circus en gepassioneerd over het circusleven. Regelmatig schrijft Conny daarover op Circusweb. Deze week ook unieke foto’s uit het fotoalbum van Conny.

CIRCUSKINDEREN

Als kind had ik het mooiste leven op aarde, zo heb ik dat echt ervaren. De onverwoestbare vrijheidsdrang die ik tot de dag van vandaag voel moet toch ergens vandaan komen. Leven in een reizende gemeenschap heeft als kind heel veel voordelen. Je kent iedereen in het reizende dorp zoals ik het meemaakte in mijn allerjongste jeugd. Het Circus Boltini was in die tijd, denk, eind jaren 50 begin jaren 60 van de vorige eeuw een grote groeiende circusonderneming waar een zeer grote groep mensen hun brood verdienden, artiesten, kantoor en kassa, reclameploeg, groot orkest, keuken en restauratie, tentenbouwers en stalpersoneel, velen met familie en kinderen. Als het ware een circusdorp, als het circus neerstreek dan wist iedereen in die gemeente dat het circus er was en waren ook de plaatselijke winkeliers blij met de komst van zoveel potentiële klanten.

Als circuskind had je altijd wel een beschermend oog in de buurt, lieve oma’s tantes, ooms of medewerkers van de show. In die tijd altijd samen met zussen, broertje, talrijke nichtjes, neefjes die meer zussen en broertjes waren en waar ik tot vandaag een bijna onverbreekbare band mee houd, vriendjes en vriendinnetjes van artiesten en medewerkers en natuurlijk de kinderen uit de plaats waar we op dat moment stonden. We kwamen ieder jaar naar dezelfde dorpen en steden terug en zagen dan weer onze vriendjes en ongelogen, het was altijd feest. Natuurlijk waren wij schoolplichtig, ik zal nooit vergeten hoe bang mijn moeder was als de ambtenaar uit Den Haag, juffrouw Ebbing kwam om te controleren of het wel schoon genoeg was in huis, mijn moeder had er echt een trauma van, angstig dat haar kinderen afgepakt zouden worden.

Onder strenge begeleiding van ome Herman gingen we naar de plaatselijke school, geen ontkomen aan, hij op de fiets en wij aan de wandel. Ome Herman had onze prestatieboekjes bij en ook de school ontkwam er niet aan om ons een paar dagen in hun midden op te nemen, soms wilden ze de grote groep circuskinderen niet maar dan dreigde ome Herman met een telefoontje naar Den Haag en dan zou de leerplichtambtenaar wel van zich laten horen. Dat werkte altijd. Vaak waren we natuurlijk de bezienswaardigheid van de dag, het was een heel andere tijd, wij brachten andere talen, kleuren en manieren met ons mee, Nederlanders hadden in die tijd over het algemeen de wereld nog niet bereisd en wij waren dan vaak de exotische verassing. Het woordje discriminatie speelde geen rol.

Meestal gingen we mee in onze respectievelijke klassen maar heel soms werden we in een apart lokaal gezet en dan kwam er van leren niet veel maar was het keten geblazen. Dit alles lang voor de fantastische Stichting Rijdende School bestond waar nu al jaren onze huidige circusgeneratie kinderen met super veel plezier gebruik van mogen maken. Opgroeien deed ik met het s ’nachts als het weer veranderde brullende leeuwen, rijden op de paarden van de stal naar de artiesteningang en weer terug naar stal als de act klaar was, bij oma Althoff in de woonwagen tekenen als zij de kleine leeuwtjes de fles gaf en na het zogen hun buikjes met een warme doek masseerde omdat in de natuur de moeder dat deed met het schoonlikken. Van oma kon je alles over de dieren leren een, ze was een onuitputtelijke bron geduld voor ons kinderen maar nog meer voor de leeuwenwelpen die echt haar passie waren die ze als de moeder het niet kon met de hand opvoedde tot ze groot genoeg waren om bij de groep gevoegd te worden. Eten kon ik bij alle tantes (vooral bij tante Kitty) en artiesten, ballet bij Tante Conny van haar mochten wij ook altijd de hoge hakken aan. Met de woonwagen naast geparkeerd staan naast trailer met het lichtaggregaat want mijn vader droeg de zorg daarvoor en kon meteen ingrijpen als er iets zou haperen want in de piste draaide de voorstelling, op het gebrom van dat aggregaat kon je lekker in slaap vallen. Trainen deden we ook, als kleine uk spelenderwijs in de circuspiste in de ochtend met iedereen die je lief vond en die geduld voor je had, zo heb ik al heel jong alle technieken geleerd waar ik tot de dag van vandaag plezier van heb. Ik ben opgegroeid tussen mensen van alle kleuren, talen en geloven. Het speelde nooit een rol en dat doet het nog steeds niet, lieve mensen zijn lieve mensen met uiteindelijk hetzelfde doel, samen de boel vooruitbrengen. Bewondering voor iedereen die een geweldige prestatie neerzet in al zijn facetten.

Vanaf mijn 7de ging mijn familie op buitenlandse tournees maar dat is weer een ander verhaal.

Conny Hendriks

Conny is gepassioneerd over het circusleven. Geboren en getogen in het circus. Moeder Trudi komt uit de familie Boltini, vader Toni Hendriks uit een “gewoon” burgergezin uit ‘s-Hertogenbosch.

 

Meer weten over Conny : Klik hier