Jos Uyterlinde; Koning der dieren

CIRCUSWEB PAASSPECIAL; EEN EXCLUSIEF INTERVIEW MET JOS UYTERLINDE

Jos straalt autoriteit uit, waar niets of niemand tegen ingaat en probeer het vooral ook niet. Na dertig jaar zeg ik nog steeds u. Hij is streng maar rechtvaardig, je weet bij hem waar het over gaat, ruwe bolster, blanke pit. Hij staat dicht bij zichzelf en spreekt duidelijke taal. Zo duidelijk dat er niks tegenin te brengen is.

Een markante autoriteit die zijn woorden kracht bij zet door af en toe te vloeken. Niet om het vloeken zelf, maar om de kracht die er vanuit gaat. Hij kan zijn stem laten bulderen zonder hem te verheffen. Hij is geen zonderling, maar wel bijzonder, iemand die een leven heeft geleefd dat ver boven het gemiddelde uitsteekt.

Als ik mijn verhalen aan iemand vertel, denken de mensen die man is niet goed bij zijn hoofd, die heeft ze niet meer allemaal op een rijtje.”

We zitten in zijn woonwagen. Jos op zijn schommelstoel en ik op de bank, als we naar buiten kijken zitten er zeker dertig vogeltjes voor het raam, mussen, spreeuwen, koolmeesjes etc. Ze genieten allemaal van de overdaad aan voer die Jos daar dagelijks voor ze neerlegt en ophangt aan het vogelhuisje voor zijn raam. Zijn hondje Miki ligt er gezellig bij op de bank, ook Miki moet luisteren naar Jos. Buiten lopen nog twee katten rond. Ze zijn niet van Jos: ze zijn op het industrieterrein uit de auto gezet door baasjes die ze niet meer wilde hebben. Jos geeft ze dagelijks te eten.

Ik kan die beesten toch niet laten verhongeren, jongen.”

Binnenin de oude houten woonwagen hangen foto’s. Zwartwit, uit de tijd dat je nog een fotograaf nodig had om je foto’s te laten maken. Het verschil zie je: het zijn stuk voor stuk prachtige platen die bewijzen dat wat Jos vertelt waar is.

Er hangen ook foto’s van zijn kinderen en kleinkinderen. Jos is zo trots als een pauw op allemaal. Niemand van hen werkt nog in het circus, de fotoboeken van Jos liggen in een kast. Er zijn maar zeer weinig mensen die het wordt gegund om deze rijke historie te bekijken. Terwijl ik vind dat hij een standbeeld, een boek en een documentaire verdient, is hij zelf wars van dit soort aandacht en zegt dat hij er niks van wil weten.

Als ik dood ben kunnen ze een hoek van mijn woonwagen aansteken de rest verbrandt vanzelf.”

“Wilt u geen boek over uzelf laten maken ome Jos”, probeer ik voorzichtig. “Nee jongen, dan moet ik een half jaar tegen zo een rotkop aankijken en dan schrijven ze het nog niet op zoals ik het hebben wil”.

“Zou ik u wel een paar vragen mogen stellen voor Circusweb”, vraag ik heel voorzichtig. “Jij wel jongen!” Ik pak snel pen en papier voordat hij zich bedenkt. Ik weet dat hij zich niet bedenkt, want ik ken Jos al ongeveer dertig jaar, maar toch… Vorige week zondag werd hij 84, heeft twee kunstknieën, maar loopt als een kievit.

“Ik zei tegen die dokter als je ze niet alle twee tegelijkertijd vervangt, dan bekijk je het maar, dan zoek ik wel een andere dokter”

Een openhartoperatie en een paar bypasses heeft hij ook al gehad.

“Na twee dagen ging ik naar huis terwijl de rest nog een week moest blijven, ik heb in dat ziekenhuis toch verder niks te zoeken, jongen.”

Ongeveer dertig jaar geleden werkte ik met ‘ome Jos’ bij circus Aladdin, zijn kinderen waren als extra attractie aangetrokken voor de kasteeltuinen in Arcen, waar we toen de hele zomervakantie dagelijks twee voorstellingen verzorgden.

Zijn oudste dochter Marita had een nummer met katten, ratten en duiven. Anouschka was koordanseres en Norbert had een messenwerpnummer met onder andere messen, bijlen en werpsterren. Het nummer was aangekleed met dieren zoals: een Ierse wolfhond een pauw en een gier. Jos was erbij om zijn kinderen te helpen en hij had de dieren die meededen natuurlijk gedresseerd, de pater familias.

Overdag hadden we shows en ‘s avonds zaten we met zijn alle bij tante Fien en oom Sjef Leenaerts voor de caravan, sterke drank en sterke verhalen. We noemden het de vijf uur show, het park was dan gesloten voor het publiek. Wij als jongelui waren er niet altijd bij want wij gaven niks om de sterke drank en de sterke verhalen, we gingen vaak liever in de tent oefenen, er waren nog geen mobiele telefoons, internet en social media bestonden simpelweg niet. Maar als Jos verhalen vertelde over vroeger dan hing ik aan zijn lippen.

Later bij Herman Renz hebben we samen een aantal kleindieren gedresseerd ik was de leerling, hij de meester; man wat wist hij veel en man wat had hij altijd mooie verhalen. We hebben altijd contact gehouden, zoeken elkaar met enige regelmaat op of we bellen en informeren hoe het gaat. We waarderen elkaar om wie we zijn, het circus en de liefde voor dieren is de bindende factor.

Jos vertelt sneller dan ik kan schrijven en ik krijg er pijn van in mijn pols, volgens mij maakt dat Jos niks uit, dan moet ik maar geen vragen stellen toch. De klok tikt rustig door en Jos haalt zijn carrière weer voor de geest en vertelt en vertelt. Natuurlijk lukt het niet om zijn hele leven in een paar uur op papier te krijgen, dat kan ook niet en dat wil hij ook niet, maar ik weet zeker dat ik de hoogtepunten nu op papier gevangen heb.

Jos Uyterlinde

Jos werd geboren op 1 maart 1936 in Rotterdam aan de Koolsingel, zijn vader die eigenlijk architect was, had een groot bouwbedrijf in Rotterdam. Toen Jos vier jaar oud was verhuisden ze naar Wassenaar. Daar hadden ze een groot huis en een grote tuin, daar was Jos vaak te vinden en in die tuin dresseerde hij zijn eerste geit en bouwde een compleet marmottendorp want ook al kwam hij niet uit het circus de liefde voor de dieren en de dressuur zat er al vroeg in. Jos zat op school in de klas met Jan Louwman. De familie Louwman was eigenaar van dierenpark Wassenaar; uiteraard was Jos daar vaak te vinden en het contact met Jan Louwman die ook gek op dieren is, is er nog steeds. De vader van Jos overleed jong op eenenvijftig jarige leeftijd, Jos was pas 14 jaar.

“In die tijd had je in de zomer in Scheveningen Circus  Strassburger en voor die tijd Circus Hagenbeck. In de winter werkte circus Strassburger in het circustheater van Oscar Carré aan de Amstel in Amsterdam”

Jos is zijn carrière begonnen in de paardenwereld, op 16 jarige leeftijd was hij springruiter bij de N.V. Wassenaarse manege, eigenaar van die manege was dhr. Pruikenmaker, ook een springruiter. Jos gaf ook les op die manege, maar vond dat uitzichtloos, de leerlingen waren geen uitdaging voor Jos. Hij ging in vervroegde dienst en meldde zich op 18 jarige leeftijd aan bij Dompteurschool Erie Klant-Hagenbeck op de Cauberg. Het was een opleiding tot dompteur en dompteuse, in de gemeente Valkenburg aan de Geul, vele grote namen uit de dompteurswereld hebben hier hun opleiding gehad. De opleiding bestond van 1947 t/m 1971.

Jos als springruiter bij de NV Wassenaarse manege

Dompteurschool Erie Klant-Hagenbeck

Erie Klant was eerst directeur van Blijdorp in Rotterdam en is later de dressuurschool en het dierenpark in Valkenburg begonnen om dierennummers over de hele wereld te kunnen verhuren. Erie Klant kwam uit een circusgeslacht. Hij was de zoon van Erwin Erich Klant en Eugenie Henriette Maria Bohnen. Na de dood van zijn vader trouwde zijn moeder met Willy Hagenbeck die later Erie adopteerde. Zijn stiefvader Willy stamde af van de beroemde circusfamilie Hagenbeck. Karel Hagenbeck is oprichter van de beroemde dierentuin in Hamburg. Willy Hagenbeck was een neef van Karl Hagenbeck. Willy Hagenbeck werkte op 17 jarige leeftijd met 70 ijsberen op de wereld tentoonstelling, toen hij 70 werd werkte hij met 17 ijsberen.

De dompteurs leerden het vak bij Erie Klant en werden vervolgens met de act die ze ingestudeerd hadden op pad gestuurd en zo had Klant overal nummers zitten met zijn dieren, dompteurs en dompteuses van zijn school.

Berennummer

Bij de dompteurschool werd Jos ingewerkt door Roel en Appie de Vries. Zijn eerste nummer was een nummer met elf beren; vier ijsberen, drie kraagberen, twee grizzlyberen, een Baribal en een Isabel. Het was een kooi nummer, dat wil zeggen dat er een hekwerk in de piste werd opgebouwd waarbinnen Jos de dieren hun kunsten liet vertonen. Toen het nummer was ingewerkt werd Jos op seizoen gestuurd naar circus de Munck in België. Toen Jos terugkeerde van het seizoen, zei Klant tegen Jos, jij hebt toch verstand van paarden, goed zo dan kun jij ook kamelen dresseren. Jos dresseerde in de winter toen een nummer met zes kamelen die hij presenteerde zittend op een paard.

Circus Hagenbeck

Van 1954 tot en met 1960 werkte Jos in de zomerseizoenen bij circus Hagenbeck van de moeder en pleegvader van Erie Klant. Met Willy Hagenbeck kon Jos het goed vinden. Behalve met ijsberen was hij een expert op het gebied van olifanten, Jos heeft van hem heel veel geleerd. Als ze samen voor de wagen zaten te praten, dronk Jos koffie en Willy een borrel, maar omdat Willy zijn vrouw dat niet mocht weten stond de borrel voor Jos zijn neus en de koffie bij Willy. De verhouding tussen Jos en mevrouw Hagenbeck lag in het begin wat moeilijk. Zij regeerde met ijzeren hand, maar nadat Jos haar met een hooivork de woonwagen had ingejaagd was er wederzijds respect en hadden ze een goede verstandhouding. Aan het einde van het seizoen kreeg Jos zelfs een briefje van vijftig Duitse Mark en de mededeling, dat als hij terug wilde in hun circus, hij rechtstreeks naar hun toe moest komen.

Jos te paard met zijn kamelen en ruiters voor de oude Reichstag in Berlijn

Jos te paard met zes gedresseerde kamelen

Circus Manresa

In de winter kwamen alle dieren terug van de circussen waar ze het zomerseizoen hadden gewerkt, in de winter werden de dieren verzorgd, rekwisieten gebouwd of opgeknapt en nieuwe nummers gedresseerd. Er vonden ook voorstellingen plaats voor de lokale bevolking van Valkenburg en ook liefdadigheids voorstellingen, zoals door Circus Manresa;

In 1958 had er in Nederland een korte tournee van slechts 3 weken plaats van het Manresa circus. De tournee begon op 22 november in Venlo, en voerde verder naar Venray, Nijmegen, Roermond, Brunssum, Heerlen, en tot slot Maastricht. De naam was afkomstig van het Manresa retraitehuis in Venlo. De gebouwen van die instelling waren aan renovatie toe, en daar was geld voor nodig. De paters waren op het idee gekomen om de hulp in te roepen van een aantal circussen, Erie Klant had de leiding over dit unieke project. Hij stelde meerdere van zijn roofdierengroepen met hun dompteurs ter beschikking, Dat leverde de basis voor een programma zoals dat in geen enkel circus nadien ooit nog te zien is geweest. Aan het project werkten verder ook nog mee het Belgische circus Gustaaf DeMuynck, die zijn kiosk-tent ter beschikking stelde, Circus Strassburger, en Willy Hagenbeck. Jos werkte daar met zijn nummer met kamelen die allemaal ruiters,  gekleed in een Mongools kostuum, op de rug hadden. Jos heeft nog een medaille met inscriptie ter herinnering aan die bijzondere gebeurtenis.

Jos de gentleman met steigerend paard

In 1961 werkte Jos tijdens het seizoen in Zwitserland bij het City circus van Eliane Knie Jacky Lupescu, in de winter werkte hij in de Wiener stadhalle bij het circusprogramma Artiesten, Tieren en Attraktionen.

Bizon, gier, leeuw en hond

Jos trouwde met Heidi en stopte bij Klant; hij ging werken bij een paarden handelsstal voor de familie  de Ruiter in Zwitserland, omdat Jos vond dat hij een burgerlijk bestaan moest gaan leiden nu hij getrouwd was. Paul Wijer was net als Jos een ruiter en zijn broer Ernst Wijer leidde de handelsstal. Jos leerde veel over de paardendressuur van mevrouw Wijer, de moeder van de twee broers. In de manege bij de handelsstal reden ook twee olympische springruiters Jean Martin en Fischer, die daar ook les gaven, Jos reed altijd mee in die lessen en leerde daar ook heel veel van.

Na 1,5 jaar keerde Jos in 1964 terug naar de NV Wassenaarse  manege om daar bedrijfsleider te worden. Overdag werkte hij op de manege en ’s nachts ging hij een nummer dresseren met een Bizon, een leeuw, een gier en een hond. De leeuw kwam uit dierenpark Wassenaar van schoolvriend Jan Louwman, de bizon en de gier kwamen bij dierenhandel van Dijk uit Tilburg vandaan en de boxer hadden ze al. Jos bouwde op het terrein bij een boer provisorisch een piste, een hekwerk eromheen en een zeil erboven zo dat ze droog konden repeteren. Het kreeg de naam; CIRCUS WIXEL PIXEL

Jos tijdens de repetities met de gier

Jos met Boxer en leeuw, vriendschap tussen de dieren bij het dresseren

Bizon, leeuw, gier, hond

Boltini 1965

In 1965 tijdens het zomerseizoen werkte Jos met het nummer bizon, gier, leeuw en hond bij het circus van Toni Boltini in Nederland. In de winter van 1965 werkte Jos met het zelfde nummer in  Parijs bij het wereldberoemde Cirque Medrano, in een vast circusgebouw op loopafstand van de Moulin Rouge.

Cirque Medrano Parijs, de sensatie leeuw te bizon.

Boltini 1966

Het seizoen daarna kon Jos niet op reis met het nummer met de bizon omdat er mond en klauwzeer was. Door de circus tam tam hoorde Jos dat leeuwendompteur Aad de Vries tijdens het repeteren een ongeluk had gehad met een van zijn leeuwen. Jos die bevriend was met Aad de Vries ging hem opzoeken in het ziekenhuis in Oss. Aad zou dat seizoen met de leeuwen bij Boltini werken, toen Jos van de kamer af kwam liep hij Boltini zelf tegen het lijf. Jou heb ik net nodig zei Boltini en vroeg of Jos tijdens de première de leeuwen de piste in en uit kon jagen zodat het publiek de dieren toch te zien kreeg. Jos antwoorde dat hij of het hele nummer zou presenteren of niet en dat hij het eerst met Aad de Vries wilde overleggen, Aad stemde in. Jos heeft toen bij Aad aan bed gezeten, de namen van de dieren opgeschreven, de plaatsen van de dieren genoteerd en doorgenomen welk dier welke trick op welk moment deed. Met het papier op zak stapte Jos de kooi in en repeteerde met de dieren, hij had slechts drie dagen tot aan de première in den Haag. Wim Vos die bij Klant’s dressuurschool was weggestuurd kwam bij Jos om hem met de leeuwen te helpen en het vak te leren. Wim Vos werd later zelf ook een geweldig dresseur, over hem is een boek verschenen; “Grootmeester in de leeuwenkooi”. Boltini reisde destijds met een gigantische 8 masten tent.  Jos had heel veel bekijks door de publiciteit, Aad was aangevallen door een leeuw en Jos stapte de kooi in, bijna de gehele vaderlandse pers had zich verzameld voor de première.  Jos werd uitgenodigd om op televisie te komen bij Mies Bouwman. Voordat de opnames begonnen zei Mies als het rode lampje brandt bent u live in de uitzending, heeft u daar moeite mee ? Het antwoord van Jos was typisch Jos:

Als u rottige vragen stelt krijgt u rottige antwoorden”

Het seizoen ging goed en de leeuwen werkten braaf Het was een erg lijfelijk nummer; er was geen afstand tussen Jos en de leeuwen, hij lag tussen de leeuwen in de piste, droeg een leeuw van 140 kilo op zijn schouders terwijl hij zelf maar 70 kilo woog en deed de beroemde vleestrick; de dompteur gaat liggen en legt een stuk rauw vlees op zijn hals, de leeuw komt en eet het er vanaf.

Dat kun je niet playbacken of mimen, dat moet je gewoon echt doen.”

Dit is het vertrouwen tussen mens en dier in optima forma. Aan het einde van het seizoen kwam Aad terug en was hersteld, hij zou stapje voor stapje het nummer weer overnemen. Op het moment dat hij de vleestrick oefende, bleef een hoektand van de leeuw achter een kettinkje hangen wat Aad om zijn hals droeg. De leeuw trok zijn kop weg en het hoofd van Aad botste met de kop van de Leeuw, Aad heeft daarna nooit meer met leeuwen gewerkt.

 

Jos met zijn hoofd in de muil van de leeuw

Jos draagt een leeuw van 140 kilo

De gevaarlijke vleestruc, de leeuw eet een stuk vlees van de hals van Jos

Israël 1967

De mond en klauwzeer was over en Jos kon weer reizen met zijn dieren. In 1967 vertrok hij naar Israël met bizon, leeuw, gier en boxer. In Israël sloeg het noodlot toe, de zesdaagse oorlog brak uit, maar op het moment dat die oorlog uitbrak wist niemand dat het ‘maar’ zes dagen zou duren. Dierentuin en circusdieren werden gezien als een gevaar; als ze door de bombardementen zouden ontsnappen was het risico dat ze vrij rondliepen en mensen zouden aanvallen. Door de oorlog kon Jos niet met zijn dieren terug naar Nederland en werden zijn dieren voor zijn neus afgeschoten.

Terug in Nederland dresseerde Jos een nummer met twee stekelvarkens, twee wasberen, een gans en een aap. Met dat nummer heeft hij één keer opgetreden in de Singer zaal in Laren. Toen kreeg hij een aanbod om in Mexico te komen werken.

Mexico 1968 en 1969

In 1968 wordt Jos gevraagd om naar Mexico te komen om de dierennummers te presenteren in Circo Atayde Hermanos Daar nam hij binnen no time de dierennummers over van een Engelse dompteur die het circus had verlaten. De dierennummers bestonden uit een groep van 6 olifanten, een paardenvrijheid met 4 paarden (Arabieren)  en vier Welsh pony’s en een Dromedaris nummer van 3 dromedarissen, waar Jos er later nog drie bij dresseerde. Hij presenteerde die dromedarissen terwijl hij zelf boven op een paard zat. In het zelfde circus werkte toen Henk Luycks met tijgers, toen Henk aan het einde van het seizoen vertrok om elders te gaan werken  zei Jos tegen de directie  dat hij de tijgers ook kon presenteren, dat kan niet zei de directie, jawel zei Jos dat kan wel, als je mij maar de gage van Henk Luycks er bij geeft. Een middag repeteren en de volgende dag stond hij ook met de tijgers in de show. Jos kreeg een compliment van de directie van circus Atayde want hij was de beste en lastigste dresseur die ze ooit gehad hadden. Dat was niet zonder reden: op een dag was er geen water voorhanden op het circus terrein, niet voor mens en niet  voor dier. Jos weigerde te werken als er geen water voor de dieren kwam, de directie had geen keuze dus binnen no time werd er water geregeld er kwamen maar liefst 20 pakezels met kannen water op hun rug om de dieren van het circus van water te voorzien.        De voorstelling kon door gaan. Het olifantennummer was geen gemakkelijke opgave: het nummer bestond uit twee killers ( olifanten die dus al mensenlevens op hun naam hadden staan) twee runners, olifanten die er bij het minste of geringste vandoor gaan en twee normale olifanten. Met Jos zijn aanpak had hij de dieren al snel in het gareel. Het circus trad niet alleen op in een tent maar ook in de Arena in Mexico-Stad. Hier gingen 14.000 bezoekers per voorstelling in en die Arena zat twee maal per dag vol. Er waren drie pistes, maar als Jos optrad stond hij met zijn dieren in de middelste piste en waren de andere twee pistes leeg.

Circo Atayde Hermanos, Jos met zes olifanten

Circo Atayde Hermanos, Jos met zes olifanten

Jos met de tijgers

Jos met een gevaarlijke tijgersprong

Jos met zeven tijgers

Circus Toni Boltini

In 1970 dresseerde Jos een nummer met 4 varkens, een pony en een aap. Met dat nummer werkte hij in 1971 bij circus Toni Boltini. Tot grote hilariteit van het publiek reed de aap rondjes op de rug van het varken door de piste en de aap had er zelf ook reuze lol in. In dat jaar had Tony Boltini een verhoogde piste, dus moesten de artiesten en dieren via een klep naar boven lopen om in de piste te komen. Jos zei tegen Boltini Iedere opgang is een afgang . Het was namelijk zo goed als onmogelijk om de klep elegant op te lopen.

Vier varkens een pony en een aap

De acht masten circustent van Toni Boltini

Verschillende dierennummers

Jos begon dus in de paarden wereld, maar door Klants dressuurschool kwam hij eerst in aanraking met beren en later met kamelen, roofdieren, olifanten enzovoort. Zijn eerste eigen nummer met bizon, leeuw, gier en boxer was een unieke samenstelling. Jos maakte altijd bijzonder samengestelde dierennummers met meerdere diersoorten bij elkaar. Enkele voorbeelden:

  • Een nummer met een bereden koe. Onder andere te zien bij circus Nol Renz 1973-1974
  • Een nummer met een grote koe en een kleine stier ( ras: Dexter) O.a. bij circus Royal
  • Kleindiernummer met 2 wasberen, 2 stekelvarkens, 1 gans en een aap.
  • Kattennummer met 10 katten, ratten en duiven
  • Vier varkens een pony en een aap
  • Zes Kamelen gepresenteerd vanaf een paard
  • Hondennummer met drie hondjes
  • Een komisch nummer met een ezel die kon rekenen o.a. bij Martin Hanson, Royal en Aladdin

Voor andere circussen presenteerde Jos olifanten, roofdieren, paarden en exoten. In totaal zijn er 32 olifanten in zijn leven door hem gepresenteerd, de grootste groep was die van zes stuks in Mexico. Jos is een groot expert op het gebied van dieren en dressuur. Voor andere artiesten, circussen maar ook voor reclamespots en films dresseerde Jos ook nog oneindig veel dieren; varkens, koeien, geiten, alpaca’s, kippen, struisvogels, gieren, zebra’s, buffels, schapen etc.

“alles waar benen onder zitten kan ik dresseren”

Koe, stiertje en Jos bij circus Royal

Poezen, duiven en ratten gepresenteerd door de dochter van Jos

Jos samen met zijn dochter bij het Internationale Circus festival van Monte Carlo

Jos met gedresseerde koe

Het familie leven van Jos.

Jos zegt nu over zijn ex-vrouw Heidi, zij was de beste vrouw ter wereld, ze had geen angst en werkte voor tien. Met Heidi kreeg Jos drie Kinderen, twee dochters en een zoon. Met zijn gezin werkte hij meer dan tien jaar in Zweden voor Boris Bravin in Ölands Djurpark en in Skara Sommerland. Behalve dat Jos bedrijfsleider was in de dierenparken, kon hij met zijn gezin een compleet circus programma presenteren. Op het programma stonden nummers met eenwiel-fietsen, draad lopen, trampoline springen, messenwerpen, en natuurlijk ook de dierennummers met katten, ratten, duiven, een gier, een Ierse wolfshond, een pauw en een wasbeer. Maar ook het voeren van de roofdieren voor publiek met uitleg door Jos was een graag geziene attractie in de dierenparken, er was niemand die zo dicht bij alle dieren kwam als Jos. Jos kent geen angst en gaat bij elk dier in het verblijf naar binnen. Dat kun je van een doorsnee verzorger in een dierentuin niet verwachten en niet verlangen want dat is levensgevaarlijk.

Dieren dressuur.

Het dresseren van dieren is een ambacht wat steeds minder mensen kennen. Jarenlang is het een ambacht geweest wat van generatie op generatie werd overgedragen, of wat je werd aangeleerd op een dressuurschool of als leerling van een dresseur. En ja ook in dit ambacht zijn er mensen die dit vak uitoefenen terwijl ze het vak niet kennen, het kaf onder het koren.

De kennis die Jos heeft over welk dier, soort of ras dan ook, is onbegrensd, de meeste kennis zal hij uiteindelijk meenemen in zijn graf. Zoals Jos zijn er nog maar weinig mensen met die kennis, juist daarom probeer ik die kunst van het dresseren in de visie van Jos en met zijn hulp in een aantal kernwaarden samen te vatten.

  • Je kunt een dier niet iets leren, wat hij niet kan. Je kunt alleen gebruik maken van dat gene wat hij wel kan. Je leert hem dat te doen op jouw commando, dat is dressuur.
  • Bijvoorbeeld; je kunt een boerenknol geen passage* of piaffe** leren. Terwijl je dat wel aan een volbloed paard kan leren.
  • Van een paard dat niet kan springen kun je geen springpaard maken.

*Passage is een verzamelde en verheven drafbeweging met weinig voorwaartse verplaatsing en een lang zweefmoment. Jos noemt het een overmoedsgang.

** Piaffe is als het ware draf op de plaats, met slechts een voorwaartse beweging ter grootte van één hoeflengte.

  • Hoe dresseer je een dier ? belonen, belonen, belonen! Je kunt belonen met je stem “braaaaf” “Goeeeed zo” of door iets te eten te geven wat een dier lekker vindt. Afhankelijk van het soort dieren kan aaien of knuffelen ook een beloning zijn.
  • Bouw een band op met je dier, heb geduld, veel geduld. Ga wandelen, of speel met het dier, dus besteedt veel tijd en aandacht aan het dier. De dressuur is maar een klein onderdeel van de band tussen jou en je dier.
  • Leer een dier duidelijk korte commando’s. “Zit” is een veel duidelijker commando dan “wil je nu alsjeblieft gaan zitten anders wordt ik heel erg ongeduldig”.
  • Direct belonen als het dier datgene doet wat je van het dier verwacht.
  • Je moet altijd consequent zijn, anders begrijpt een dier je niet.
  • Je moet goed zijn voor je dier, heb geduld, respect en beloon hem of haar.
  • Je persoonlijkheid moet een overwicht hebben op de dieren, denk aan je stem en je lichaamshouding.
  • Het voordeel voor een dier in het circus is dat hij een à twee keer per dag moet werken, daardoor heeft hij een goede beweging en een goede conditie. In gevangenschap worden dieren veel ouder dan in de natuur, ze krijgen voldoende te eten en beweging en er zijn geen natuurlijke vijanden.
  • En hoe zit dat bijvoorbeeld met roofdieren, bent u dan nooit bang ? “Nee jongen, geen angst , angst is de slechtste raadgever ooit.”
  • Bestudeer je dier, als je een dier bij het eten bestudeert leer je al heel veel van zijn karakter kennen. Kijk naar zijn lichaamstaal. Een olifant en een beer bijvoorbeeld, die hebben geen gezichts mimiek, die moet je dus heel goed in de ogen kijken om te begrijpen wat ze van plan zijn. Een olifant en een beer kunnen veel gevaarlijker zijn dan bijvoorbeeld een leeuw of een tijger, bij hun zie je aan de kop gelijk wat ze willen. Een paard bijvoorbeeld legt zijn oren in de nek, er is heel veel lichaamstaal.

Kritiek op dieren dressuur

Die natuurfreaks wonen midden in de stad  en willen ‘ons’ vertellen hoe het moet. Als ik iets van een dier wil weten praat ik met een boswachter of een ranger! Het kwalijke is dat de meeste activisten geen verstand hebben van de dingen waar ze over praten, dus heeft een discussie ook geen zin, ik draai om en ik loop weg. Dierenactivisme draait bij de grote organisaties alleen maar om geld. Het idealisme is meestal ver te zoeken. Jouw ideaal geeft je niet het recht, het ideaal van een ander te ontnemen.

Verbod

“Een verbod op dierendressuur is belachelijk!”

Dieren moeten terug naar de vrije natuur ?

Er bestaat geen vrije natuur, uiteindelijk zit om elk safaripark of natuurgebied, hoe groot ook, een hek. In die landen waar safariparken/ natuurgebieden zijn, groeit de bevolking ook nog steeds er is ook daar voor de dieren steeds minder plaats. Denk ook aan het kappen van de bossen zoals in het amazone gebied, het jagen op olifanten en neushoorns voor het ivoor, de plezier jacht, maar ook de jacht door de bevolking omdat bijvoorbeeld hun gewassen worden opgegeten, of gewoon voor het vlees omdat ze honger hebben.  

Olifanten lopen in de vrije natuur vele kilometers per dag.

Een olifant in het wild loopt vele kilometers per dag om genoeg eten bij elkaar te kunnen vinden, als jij het eten voor zijn neus neerlegt, stopt hij acuut met lopen.

Die dieren krijgen klappen

“Heb je ooit wel eens twee mannetjes olifanten zien vechten ? Als ik een olifant een klap geef, lacht hij me uit. Als hij zou kunnen zou hij zijn middelvinger naar me opsteken, zijn schouders ophalen en doorlopen.”

Een zweep is een verlenging van je armen, je moet weten hoe je je beweegt, een paard reageert daarop, met je zweep kom je dicht bij je paard. Ergens iets in slaan, bestaat niet met slaan bereik je niks.

Roofdieren zitten in veel te kleine hokken

Dat is in de meeste gevallen niet waar, de benaming hokken krijgt al een negatieve lading mee. Om een dier tegen de buitenwereld en die buitenwereld tegen het dier te beschermen, zal je wel per dier moeten zorgen voor een deugdelijke afscherming. Tegen regelgeving hieromtrent heeft het circus nooit bezwaar gemaakt. Een roofdier jaagt op zijn prooi, eet de prooi en de rest van de dag slaapt hij, de mannetjes leeuw laat zelfs door de vrouwtjes leeuw voor hem jagen.

Circus en dierentuin als educatie

Vroeger vlogen mensen nog niet over de hele wereld, er was geen internet waar je alles kon vinden, dierentuinen en circussen hadden een educatieve functie, en brachten dieren dichtbij de mensen die ze anders nooit van hun leven zouden zien. Nog steeds zijn er grote delen van de bevolking die het zich niet kunnen veroorloven om de hele wereld over te reizen, bovendien is al dat reizen ook niet goed voor de natuur. Circussen en dierentuinen kunnen behalve entertainment nog steeds een educatieve functie hebben.

Een wijze raad van ome Jos

“Iedereen is belangrijk op het plekje waar je zit. De een kan niet zonder de ander, waardeer elkaar! “

Einde carrière

Jos heeft over heel de wereld gewerkt, Maar ook in Nederland bij Boltini, Renz, Royal, Martin Hanson en circus Aladdin. In 2000 werkte hij nog in circus Olympia in Zweden waar hij weer kamelen presenteerde vanaf de rug van een paard. En in 2001 was hij technisch bedrijfsleider bij circus Herman Renz. In 2004  was hij bedrijfsleider in een dierenpark in Zweden toen hij merkte dat hij last van zijn hart kreeg. Hij ging daar naar een klein ziekenhuis die hem meteen met gillende sirene naar een groot ziekenhuis brachten; daar lieten ze Jos vervolgens de hele dag wachten en dat beviel Jos niet. Dus is hij opgestapt en is met de auto vanuit Zweden naar Nederland gereden. In Nederland is Jos twee keer gedotterd en heeft een openhartoperatie en inmiddels 4 by passes gehad. Door zijn tanende gezondheid kwam er langzaam een einde aan Jos zijn carrière. Toch is Jos een tevreden man, die er nu van geniet om af en toe een circus te bezoeken:

alleen als ze dieren hebben, anders is het geen circus

Op het gebied van dieren is Jos is altijd bereid om mensen met raad en daad te helpen. Jos schommelt in zijn schommelstoel en kijkt tevreden voor zich uit. Bedankt ome Jos voor uw prachtige verhalen.

En toen kwam de olifant met de grote snuit en ….. blies het verhaaltje uit.

Let op; op foto’s en tekst © berust auteurs en portretrecht .