Rudy Hellewegen maakte afgelopen kerstperiode zijn debuut als spreekstalmeester van het Wereldkerstcircus in Carré. In de artiestenfoyer van het circuspaleis aan de Amstel spraken we over de kinderlijke betovering van circus, Rudy’s nieuwe collega’s en het aan elkaar praten van drie voorstellingen per dag.
Maandag 23 december 2024, de zesde officiële speeldag van het Wereldkerstcircus. Voor de derde maal op rij wordt drie keer op één dag gespeeld. Voor uitverkochte zalen uiteraard. We treffen Rudy een uur voor aanvang in de artiestenfoyer. Rudy blijkt niet voor niks spreekstalmeester: hij is een ware spraakwaterval met enthousiaste twinkeling in de ogen als hij over zijn nieuwe functie praat.
Korte bio: Rudy Hellewegen werkt veel in de musicalwereld, als acteur en vooral company manager, zoals dit jaar voor Elisabeth De Musical. In de Halloween-tijd geniet hij bekendheid als ‘Eddie de Clown’ tijdens de Halloween Fright Nights in Walibi.
Nu dus in Carré, als onderdeel van het Wereldkerstcircus. Hoe bevalt het circus je?
Rudy: “Het circus maakt écht het kind in mij los… Of nou ja, dan klinkt het alsof circus alleen voor de kinderen is, dat klopt natuurlijk niet. Maar het brengt wel een magie in mij naar boven die ik ook voelde als kleine jongen. Om daarin te mogen werken, is niks anders dan geweldig.”
Je circusfascinatie gaat terug naar je kindertijd?
“Dat moet je misschien breder zien dan het circus alleen. Als kind zat ik aan de tv gekluisterd bij de Willen Ruis Show en de revues van André van Duin vond ik prachtig. Met grote sets, glamour en showtrappen. Het circus was natuurlijk ook fascinerend. Die fascinatie heb ik altijd behouden. Ik ben al jaren vaste gast bij het Wereldkerstcircus. Tot kort geleden alleen als bezoeker dus”.
Uiteindelijk ben je het musicalcircuit ingerold. Je had nooit eerder in een circusvoorstelling gewerkt?
“Het gekke is: ik vond circus prachtig, maar heb nooit beseft dat het ook een carrière-pad is. De musical lag daartegen wél voor de hand: daar zijn ook ‘gewoon’ opleidingen voor in Nederland. Via het wereldje kende ik de familie Van Der Meijden al, dus ik was goed op te hoogte van hun werk. Toen zij mij vroegen om te komen auditeren voor spreekstalmeester, was ik direct geïnteresseerd.”
Hoe verliepen de audities?
“Ik moest de aankondiging presenteren van de Flying Caballero’s: de fantastische trapeze-artiesten die vorig jaar optraden in het Wereldkerstcircus. Je moet je voorstellen dat de audities midden in de zomer plaatsvonden. Ik stond alleen op het normale theaterpodium van Carré, de familie Van Der Meijden zat middenin in een verder lege zaal. Totaal het tegenovergestelde dus van de sfeer tijdens het kerstcircus.”
En dan sta je halverwege december opeens op de stoep voor de repetities. Hoe had je je voorbereid?
“Halverwege november ontving ik al een uitgebreid ‘script’ van de voorstellingen, met informatie over de artiesten en alle concept-aankondigingen. Die ben ik van A tot Z uit mijn kop gaan leren.
Die periode was voor mij de grootste uitdaging aan deze rol: je bereidt je voor terwijl de hele productie alleen nog op papier bestaat. Dat betekent dat alles volledig kan veranderen. Uiteindelijk is de helft van alle teksten vervallen of ingekort. Doordat ik de gehele tekst compleet had voorbereid wist ik wel alles over de artiesten en kon ik inspelen op constante wijzigingen.”
Hoe vul jij je rol in als spreekstalmeester?
“Ik zit altijd vrij hoog in mijn energie: dat neem ik mee naar de piste. De vorige spreekstalmeesters van het Wereldkerstcircus hadden misschien een iets meer statige presentatie-stijl. Maar ik volg ook de dynamiek van het programma – dat is dit jaar al best statig en theatraal. Daarbinnen kan ik het publiek echt meenemen op een avontuur, zeker als we bijvoorbeeld overschakelen van een melige buikspreker naar het stukje ballet. Natuurlijk draait de voorstelling uiteindelijk niet om de spreekstalmeester maar om de circusartiesten.”
Terugkijkend, welke eerdere ervaring uit jouw carrière heeft je het best voorbereid op deze rol?
“Mijn ervaring als company manager bij grote musicaltours blijkt verrassend goed van pas te komen. In die rol moet je constant inspelen op onverwachtse gebeurtenissen. Een beetje als zo’n puzzel waarin je met verschillende vakjes moet schuiven om het patroon kloppend te krijgen.
Als company manager was het mijn taak om het podium op te gaan wanneer de voorstelling stil kwam te liggen door een of ander mankement. Dan moet je direct de juiste toon vinden tegenover het publiek: geruststellen. Maar vervelende zaken moet je ook niet te licht maken. Eigenlijk kwam precies zo’n situatie voor tijdens de première, toen Igor (Ticinschi van het Chinese pole duo Our Story, red.) ongelukkig op de grond terecht kwam en de act werd afgebroken. Gelukkig was snel duidelijk dat de impact meeviel, en konden ze twee acts later nog even in de spotlight terugkeren.
Na de pauze hoorde ik letterlijk tien seconden voor aanvang – het orkest had de ouverture al ingezet – dat de pakken van de Extreme Light dance crew niet naar behoren werkten. Toen werd ter plekke besloten om het kopbalans nummer uit China naar voren te halen. Dan moet je ook als spreekstalmeester heel snel schakelen.”
Hoe verschilt de musicalwereld van het circus?
“Hier in het Kerstcircus ligt het tempo veel hoger, het werkethos dus ook. Wij spelen meer dan veertig voorstelling binnen drie weken. Dat betekent dat de cast gedurende die hele periode praktisch continu in het theater leeft met elkaar. Ik merk dat iedereen er daarom ook achter de schermen een zo fijn mogelijke tijd van maakt en dat je snel een vriendschappelijke band opbouwt.
Als je dat vergelijk met een normale musicalproductie: daar ligt de intensiteit toch een stuk lager. Wanneer je verspreid over maanden dezelfde productie speelt, probeer je je energie voorzichter te managen. En dan neem je misschien ook wat meer tijd voor jezelf…”
Rudy heeft in het bijzonder een goede band met zijn kleedkamergenoten: buikspreker Willer Nicolodi en de clowns David Vassallo en Ashley Vargas.
Rudy: “Het circus zit echt in hun bloed, zij hebben mij in één week tijd al zoveel geleerd over deze wereld. Tijdens de act van Willer sta ik altijd naast de piste, te obeserveren hoe hij werkt met vrijwilligers en hoe hij reageert op het publiek. Die man is één brok ervaring.”
Het circusvirus heeft je dus wel gepakt?’
[Lachend]: “Wat dacht jij dan? Ik voel me zo ready om hierna mijn kleedkamergenoten achterna te reizen naar een tentcircus; bewijs van spreken dan… Ik heb natuurlijk al het geluk van de wereld om specifiek in déze circusproductie te werken. Aan de artiesten om mij heen zie ik hoeveel Carré betekent in de sector. Dat ik op deze manier toch in het circus terecht ben gekomen – en dan nog wel in één van de beste shows ter wereld – had ik nooit kunnen dromen.”