Columns
27 februari 2024

Circus in Frankrijk: heeft dit vermaak nog een toekomst? Spoiler alert: ‘JA’ (Parijse Week)

In december 2023 viel mijn oog op een artikel in de Volkskrant, waarin de in Parijs woonachtige journaliste Eline Huisman in beeld bracht dat het in de tent van het Franse rondreizende circus stiller en stiller wordt.

Mede te danken aan de wildedierendiscussie en het feit dat het optreden met wilde dieren ook in Frankrijk per 2028 verboden wordt. De centrale vraag in het Volkskrant-artikel: heeft dit vermaak nog een toekomst?

Dat onderzocht Eline bij het Franse ‘Cirque Claudio Zavatta’ van circusdirecteur en roofdierendompteur Didier Prein.

Hoewel Eline een goed verhaal schreef en het artikel mooie foto’s bevatte, vond ik het hele verhaal nogal deprimerend. Het slingerde me terug naar een tijd die – naar ik dacht – al lang voorbij was. Én… het schetste voor mij een enigszins eenzijdig beeld van de stand van het Franse circus.

Een paar quotes uit het artikel over het Franse circus sneden in mijn circushart:

  • “Vroeger kochten grote bedrijven in grote getalen tickets voor hun personeel. Dat zit er sinds een aantal jaar niet meer in”.
  • “De rondreizende wereld – die de grenzen van het onmogelijke bewandelt – wordt in mindere mate begrepen”.
  • “Het ‘niet begrijpen’ geldt niet alleen voor tak ‘de wilde dieren’, maar het geldt ook voor de halsbrekende toeren van acrobaten”.
  • “In het telefoontijdperk, met entertainment letterlijk binnen handbereik, doen de handelaren in magie slechte zaken.

Mijn eerste reactie op deze vier quotes: “oh ja… is dat zo?” Of heb je gewoon niet het juiste circus gesproken?

Ik moest daarbij ook denken aan het hedendaagse circus met gezelschappen als ‘Compagnie XY’ en ‘Compagnie Le Doux Supplice’, die ik recent zag. Twee (van de honderden) willekeurige circusclubs uit Frankrijk die een bomvolle agenda hebben, met optredens binnen én buiten hun landsgrenzen. En twee willekeurige circusclubs die door Frankrijk financieel flink ondersteund worden in hun ontwikkeling. En okay: dat is mooi, maar die subsidievlieger gaat waarschijnlijk niet op voor een oer-traditioneel circus zoals dat van de heer Prein.

“Volle voorstellingen zijn eerder regel dan uitzondering”

Maar ik dacht ook aan een vooruitstrevend traditionele zaak als ‘Cirque Arlette Gruss’, waarmee mijn broer Jan-Willem als trompettist in het circusorkest heel Frankrijk bespeelt. Meermaals per week stuurt hij me per WhatsApp: “Het is vandaag weer uitverkocht”, “gisteren was de dinnershow ook een succes” of “de komende week spelen we voorstellingen voor bedrijven: vol, vol, vol!” En geloof me: dergelijke berichtjes zijn eerder regel dan uitzondering.

Cirque Arlette Gruss is een commerciële organisatie, die niet afhankelijk is van subsidiesteun. Echter is het creatieve team van Gruss sterk in waar ze sterk in moeten zijn: creatief zijn. Jaarlijks presenteert Arlette Gruss een compleet nieuw programma. Waanzinnige artiesten, verzorgde kostumering, een lichtinstallatie waar je helemaal leip van wordt en een verbluffend orkest. Heb je een goed zakelijk beleid én bied je kwaliteit? Dan raak je het publiek niet kwijt.

Detail: dit circus werkte tot enkele jaren geleden ook met wilde dieren. Olifanten, roofdieren… je kent het wel. De Arlette Gruss-directie signaleerde op tijd een veranderende trend binnen het dierenthema en voerde vanaf 2018 een koerswijziging door: geen wilde dieren meer. Resultaat: geen discussie over wilde dieren en een productie die succes heeft.

Hetzelfde is gaande bij een gerenommeerde productie als het ‘Cirque d’Hiver Bouglione’ in Parijs. Ze besloten om nog vóór een verbod te stoppen met wilde dieren. En nee… daar zit het echt niet elke dag bomvol. Maar dat is ook niet gek als je jaarlijks tussen oktober en maart een lange reeks voorstellingen speelt. (En er spelen nog wat andere actuele factoren mee, waar je later deze week in een van de Parijse Week-artikelen meer over leest.)

Aan het einde van de rit zijn Gruss en Bouglione zeer professionele en grote zaken die zichzelf prima redden. Maar hoe zit dat dan met de garde ‘kleinere spelers’? Want die zijn er in grote mate.

Ik zag enkele jaren geleden samen met mijn vriendin het kleine ‘Romanès Cirque Tzigane’. Wát een bende! Maar ook: wát een charmante en warme voorstelling. De zigeunerfamilie maakt op een vaste plek in Parijs (vijftien minuten lopen vanaf de Arc de Triomph) een voorstelling. Zonder wilde dieren: toen ik er was deed er alleen een hond mee. Op hun Facebookpagina kondigen ze aan wanneer ze een voorstelling spelen. Eentje die op de middag dat ik er was ook nog eens bommetjevol zat.

“Stop met de wilde dieren”

Voor het restant kleine spelers: stop met de wilde dieren. Oprecht, ik wil wegblijven van de wildedierendiscussie. Een thema dat puur gebaseerd is op emotie. En op basis van emotie is een gesprek daarover lastig. Geen zin in, geen tijd voor. En los daarvan: het maakt ook helemaal geen ruk uit wat ik er wel of niet van vind.

Feit is wel: als de sector in Frankrijk vandaag de dag niet op een andere wijze gaat handelen, zullen de kleinere circussen – die vasthouden aan het oude – ‘de oorlog’ niet winnen. 2028 staat in de agenda en die verdwijnt niet meer.

Ik besloot om naar Parijs te gaan om voorstellingen kijken, het ‘tegengeluid’ van het Volkskrant-artikel op te zoeken en content te creëren voor Circusweb. Dat deed ik samen met magician, ballonnenkunstenaar, fulltime snabbelkoning, spreekstalmeester en goede vriend Martijn Martell – door mij ook wel ‘goocheldoos’ genoemd. Het was leuk en we hadden een topweekend! Het resultaat lees je de komende tijd op Circusweb. Ik werk daarbij niet naar een conclusie toe. Maar door middel van het bezoeken van een slechts een aantal producties in Parijs (de stad waar de Volkskrant-journalist ook woont, weet je wel) én ervaringen van mijn broer kan ik stellen dat er zéker toekomst is voor het Franse circus. En ik denk zelfs meer dan elders in Europa.

We zaten twee keer in de tent bij ‘Les Folies Gruss’ (de eerste keer was zo goed dat we nog een keer gingen) en we bezochten het Cirque d’Hiver van de familie Bouglione. Fantastische kwaliteit en wát een energie!

“We zien wel hoe het loopt”

Dichtbij ons hotel stond ook een klein familiecircus. Ik interviewde de directeur/ de roofdierentemmer: Yann Dumas. (Dat interview lees je later in de Parijse Week ook op Circusweb.) Bij hem signaleerde ik iets wat ik ook in het Volkskrant-artikel tussen de regels door las: blijven hangen in het oude. Ik zag bij Yann teleurstelling, frustratie en tegelijkertijd een afwachtende houding (‘we zien wel hoe het loopt’). De instanties werken de circusdirecteur meer en meer tegen. Dat alles vanwege zijn wilde beesten.

Tegelijkertijd heeft zijn ‘Cirque de Rome’ een marketingapparaat dat puur gebaseerd is op een mega-lading posters (zonder eigentijdse smoel) aan de kant van de weg. Geen website (leuk weetje: het belangrijkste kanaal). Social media kanalen die nul komma nul aantrekkelijk zijn. Het blijven werken met roofdieren. En een voorstellingsinhoud waarbij ik bij voorbaat al dacht: ik heb hier geen zin in.

Wat betreft die laatste zin: ik gok niet dat ik de enige passant ben die zo denkt. Ja… als dergelijke ondernemers gezien worden als het gemiddelde: dan snap ik het Volkskrant-artikel wel. Maar let op: ook voor Franse circussen van kleiner formaat is er een publiek en een toekomst.

Je compleet overgeven aan het lot van een overheidsbeleid: dat is niet de oplossing. Zie je zelf door de bomen het bos niet meer? Haal er dan eens een buitenstaander bij die goed kan meedenken. En: pak de artistieke inhoud met zorg aan (dat is immers wat je verkoopt), doe het voor de verandering eens anders dan hoe je het de afgelopen dertig jaar deed en voeg daar tools aan toe die je nu niet krachtig inzet (een website, betere socials etc.).

En dan zeg ik nogmaals: heb je een goed zakelijk beleid én bied je kwaliteit? Dan raak je het publiek niet kwijt.

“Bonne chance!”