Als je echt iets wilt dan lukt dat je
Charly Ross is een naam die bijna iedere circusfan bekend in de oren klinkt. En dat klopt. De laatste jaren konden de mensen kennis maken met hem via zijn vaste column over circussen in Mexico, in de Circusnieuwsbrief, het latere Circusnieuwsmagazine, dat inmiddels is opgeheven. Een man met een onmiskenbare lekkere schrijfstijl. |
Maar voordat hij publiceerde over de circussen in Mexico, was Charly zelf circusartiest. Een van de zeldzame mannen die bekendheid had als slangenmens (tot 1996, zie plaatje hieronder om naar een video te gaan). Om hem niet te kort te doen, hij beheerste menig circuskunst, maar dat van die slang is blijven hangen. In slangenkostuum kon men hem in Nederland aantreffen in diverse circussen. Hij was o.a. betrokken bij het eerste Wintercircus 35 jaar geleden, samen met Rob Ritman. Als circusweb redacteur heb ik al jaren contact met hem. Zijn boek “Een slang vertelt..” vertelt zijn hele verhaal. In deze rubriek Circusgek bijt Charly het spits af. Want circusgek is hij al zo lang hij het zich kan herinneren. Het verhaal van Charly Ross…
Ross: “Voorop gesteld: ik ben ’n heel tevreden mens. Ik heb in mijn leven alles gedaan wat ik wilde en nu ik niet meer in het circus werk doe ik van alles waarvoor vroeger geen tijd was. Ook daar geniet ik erg van”.
Op zondag
Ik werd besmet met het circusvirus in 1950. Ik was toen tien jaar, leerde door een toeval Elly Strassburger kennen en vanaf dat moment bestond er voor mij niets anders dan circus. Het klinkt gek maar ik wist toen al heel zeker dat ik, hoe dan ook, uiteindelijk in het circus terecht zou komen. Mijn ouders waren er sterk op tegen. Ik moest studeren, diploma’s halen en een keurig, net bestaan opbouwen. Hetgeen ik dus niet deed. In die dagen was het circus een erg gesloten gemeenschap en de buitenwereld zag het in de zin van “Haal de was binnen, de zigeuners komen”. Circusmensen waren slecht want zij werkten op zondag. Dat deed mijn vader zelf trouwens ook, hij had op zondag altijd stapels werk van kantoor af te maken.
Hypocrisie ten top.
Sjoekoela
Ik moet ’n jaar of twaalf geweest zijn toen Strassburger weer in de stad kwam. Ik kende er toen al verschillende mensen en Frau Meissner die de restauratie deed, vroeg me om voor de voorstelling en in de pauze snoep en sigaretten (jawel!) te verkopen tussen het publiek. Ik had al gauw door dat ik veel meer verkocht als ik mijn spullen met een sterk accent aanprees. “Sjoekoela, tropjes, tsiekarette” riep ik dan en verkocht lekker. Ik kreeg 15 gulden van Frau Meissner, maar toen ik thuis kwam was de hel los. Een vriend van mijn vader was in de voorstelling geweest en had meteen mijn vader gebeld en hem gezegd dat het een schande was dat zijn zoon in het circus snoep verkocht. En het was nog op een zondag ook. Wat een ramp voor die keurig nette familie! Maar ik zag het als ’n eerlijk werk waarvoor ik nog geld gekregen had ook.
foto: Elly Strassburger
Het waren hele moeilijke jaren en ik ben meerdere keren van huis weggelopen om bij een circus te gaan werken. Circusscholen bestonden er toen nog niet. Wel namen artiesten zogenaamde “leerlingen” aan. Op die manier werkte ik een seizoen bij het clownsnummer van de Ricordis in Duitsland en een seizoen in het clownsnummer van Karl Kossmayer ook in Duitsland. Ik werd er in beide gevallen enorm uitgebuit, kreeg nauwelijks te eten en werd behandeld als een slaaf. Maar ik zette door, had allerlei andere baantjes bij verschillende circussen en trainde intussen diverse circusdisciplines. Soms werd ik door mijn vader of door de politie teruggehaald en werd door mijn ouders gedwongen een baantje aan te nemen in een boekhandel, ’n reclamebureau etc. Lang duurde dat nooit en snel was ik weer bij ’n circus. Ik heb op allerlei gebieden heel veel ervaring op gedaan en ik geloof nog steeds dat voor een jong iemand de praktijk veel beter is dan de theorie.
Mooie dingen maken
Ik houd er erg van om mooie dingen te maken. Daarvoor was vroeger geen tijd maar nu wel en ik krijg veel opdrachten, niet alleen op circusgebied. Binnenkort komt er hier in Mexico City een tentoonstelling van mijn “New Art of Humor”. Dat zijn miniaturen met een boodschap, heel komisch en vaak scherp. Ook maak ik van alles van pindaschillen.
Ten slotte: mijn leven was en is erg interessant maar ik vind het niets bijzonders. Er waren en zijn genoeg kleine jongetjes die in het circus wil(d)en en die wisten of weten door te zetten. Als je iets écht wilt, dan lukt het je!
Een kleine expositie op Circusweb van het werk van Charly Ross
zoals u ziet, aan de hand van de vingers op de foto kunt u inschatten hoe een miniatuur priegelwerkje dit allemaal moet zijn. In de schoen een prachtig circustafereel.
Ook in deze vitrine allerlei circuskunsten uitgebeeld. Prachtig werk.
Hieronder de Ark van Noach zal ik maar zeggen, veel dieren in en op het schip.
Hier een prachtig kerststalletje in de tropen, en daarnaast nog een detail van de schoen en de hoed.
Prachtig werk Charly, en fijn dat we eindelijk mee mogen genieten van jouw circuskunsten van tegenwoordig.
Wie meer wil weten over het leven van Charly, kan het boek bestellen via bol.com of via de redactie van Circusweb.