Column ‘Voorwaarts en niet vergeten’ | Nummer 2
Vorige week schreef ik dat ik vooral van het klassieke circus houd en een broertje dood heb aan nieuwerwets gedoe. Ik wil dat graag nuanceren, omdat ik mij ervan bewust ben dat in deze veranderende tijden ook door circusmensen moet worden meegegaan met de tijd. Wie stil zit zal uiteindelijk altijd het loodje leggen.
In de hele wereld kunnen we zien dat vooral de moderne circussen succesvol zijn. Circussen die blijven vasthouden aan oude tradities zijn – als ze niet al zijn uitgestorven – aan de bedelstaf geraakt.
Grote namen als: Hagenbeck, Barum, Busch-Roland en veel Scandinavische circussen. Ooit zeer succesvol, nu bestaat er veel niet meer. Het heeft allemaal te maken met de wilde dieren. Er is al genoeg over geschreven en veel circussen stopten er mee. Zakelijk wel zo slim.
Toch vind ik dat het dan geen circus meer mag heten, want circus is een combinatie van artiesten, dieren en sensaties. Ik begrijp dan ook niet dat er nog steeds circussen zonder dieren zijn die de presentator ‘spreekstalmeester’ noemen.
Wat nou ‘stalmeester’? Toch niet van die paar honden die rondom de woonwagens huppelen?
Vooral de oude circusfamilies willen vasthouden aan het traditionele. Maar circusproducenten die niet geboren zijn in het circus zijn vaak het succesvolste.
Kijk naar een Henk van der Meijden, of in Duitsland Bernard Paul en Sascha Melnjak. Stuk voor stuk zakenmensen die steeds opnieuw weten wat het publiek wil.
Zelf ben ik van de ouwe meuk maar dat is natuurlijk een fatale afwijking. Als ik naar het circus ga wil ik tot mijn enkels in de paardenstront staan en niet lopen op een professioneel aangelegde vloer inclusief vloerbedekking.Ik wil een vette braadworst en geen glutenvrije vegetarische worst zoals ze tegenwoordig bij Circus Roncalli serveren.
Ik wil zitten in de stalles en niet in blok 2. Ik wil zitten in de loge en niet in de premium loge. Dit laatste is een loge met een etui om de stoel, waar 15 euro extra voor wordt gevraagd.
Ook wil ik popcorn met veel suiker en geen broodje ijsbergsla. En vooral: een XXL fles classic coca cola en geen miniatuurflesje druivensap. Tevens prefereer ik vlaggetjes boven irritante verlichte orakels.
Ik wil clowns waar ik om kan lachen en geen clowns waarbij ik in mijn broek schijt, omdat ze daarvoor weer vier sukkels uit het publiek plukken en om die reden angstaanjagend dicht in mijn buurt komen.
Voor dat laatste heb ik overigens een gouden tip voor mensen die met hetzelfde probleem zitten.Als die namaak-clowns bij mij in de buurt komen en ze dreigen naar mij te kijken, trek ik altijd een scheve bek en laat ik wat kwijl over mijn kin lopen. Ze lopen direct door want ‘die nemen ze niet’.
Of krijg ik nu de Nederlandse vereniging voor mensen met een beperking over me heen wegens misbruik van het vak? Ik hoop het niet want ik ben al een keer aangepakt door de stichting homoseksuele zeehondjes in de Waddenzee, omdat ik tegen een mannetjeszeeleeuw iets kwetsends heb geroepen.
Ik weet niet meer wat. Maar ik kon kiezen tussen: zes weken cel of een donatie van 250 haringen. En ik kan u zeggen dat die zes weken best lang waren.
Tot de volgende keer.
Belangrijk: columnisten hebben de vrijheid om dát te schrijven wat zij schrijven willen. Circusweb respecteert die vrijheid en mengt zich niet in de inhoud van de columns.