Kamervragen over mishandeling

Kamervragen over mishandeling

Staatssecretaris en minister beantwoorden Kamervragen n.a.v. mishandeling olifant in Wilnis

Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) en minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) hebben kamervragen beantwoord naar aanleiding van de vermeende mishandeling van een olifant bij Circus Renz in Wilnis. De Kamervragen werden gesteld door het Tweede Kamerlid Graus van de PVV.

Op de vraag van Graus of het kabinet bereid is, er voor te zorgen dat eindelijk zware (gevangenis)straffen worden opgelegd aan dierenbeulen, inclusief een levenslang verbod op het houden van, en omgang met dieren, antwoorden de bewindslieden, dat de minister van Veiligheid en Justitie aan de Kamer toegezegd heeft het houdverbod van dieren te zullen laten evalueren. Bij deze evaluatie, die momenteel wordt uitgevoerd, neemt de dossieranalyse echter meer tijd in beslag dan verwacht. In het najaar komt de minister met de uitslag van de evaluatie en met reatie daarop.

De conclusie van Graus, dat ondanks dat regelmatig wantoestanden met dieren worden aangetroffen bij buitenlandse circussen en niet bij ons Nationaal Circus, het Nationaal Circus gestraft wordt, met een verbod op het houden van wilde dieren, wordt niet door het kabinet gedeeld. Daar komt volgens de staatssecretaris en de minister bij, dat de dieren in regel niet eigendom zijn van het circus, maar worden ingehuurd, ook uit het buitenland. (Dat dit in Nederland niet het geval is, hebben onze regeringsleiders niet nagetrokken (red.)

De staatssecretaris is van mening dat de mate van aantasting van de intrinsieke waarde van de te verbieden dieren, niet kan worden gerechtvaardigd door het doel waarvoor deze dieren in het circus worden gehouden, zijnde vermaak. Het rondreizende karakter van het circus maakt daarbij dat slechts beperkte, van de locatie afhankelijke ruimte ter beschikking kan worden gesteld aan dieren. Verblijven zijn vooral praktisch en moeten snel worden opgezet en weer worden afgebouwd. Uit oogpunt van veiligheid wordt de leefruimte van dieren soms extra beperkt. (waar haalt men dit standpunt weer vandaan???? ) Vanwege het rondreizende karakter van circussen verblijven dieren vaak en gedurende lange tijd op de transportmiddelen. (ook dit is pertinente onzin, nog voor de caravans worden neergezet zijn de dierenverblijven al geregeld)

Tenslotte vroeg Graus waarom ‘niet harder en accurater opgetreden (wordt) tegen dit soort hufterigheden en worden mishandelde dieren niet per omgaande in beslag genomen en in veiligheid gebracht?’

Hierop antwoordden de bewindslieden dat meldingen over alle gehouden dieren die binnenkomen bij “144 Red een dier”, door de politie, NVWA of LID worden onderzocht. Indien sprake is van een onhoudbare situatie, worden dieren weggehaald bij de eigenaar. Zo zijn er in 2014 bijvoorbeeld ruim 6.000 dieren bestuursrechtelijk in bewaring genomen. (waarvan geen 1 uit het circus)