Geluk is niet ‘de feiten’, maar ‘de bedenksels’…
Het is een vrijdag ergens in oktober en ik maak mij op voor de avondvoorstelling.
Mijn wagen staat gelukkig dicht bij de achterkant van de tent, want het regent pijpenstelen.
Het is altijd moeilijk kiezen welke outfit ik aantrek, want mijn garderobe is zeer uitgebreid. Maar… ik kies vanavond een combinatie van roze en paars.
Het publiek is allang en breed binnen, want ik sta zoals elke voorstelling halverwege na de pauze met mijn hilarische buikspreekact. Ik kijk even door een gaatje van het rondzeil naar binnen en zie dat de tent voor tachtig procent gevuld is.
Langs de hoofdmasten stroomt water richting de loge. Dat hadden ze boven beter vast mogen maken. De typische najaarsgeur van nat gras in combinatie met de geuren van het tentzeil en het ronkende aggregaat kunnen mij niet lang genoeg duren. Maar ik word aangekondigd dus snel mij naar het gordijn…
Op de klanken van ‘Smoke Gets In Your Eyes’ kom ik op en het publiek is vriendelijk vanwege het heerlijke applaus, terwijl ik nog niets heb gedaan.
Op mijn ene arm zit een pop die sprekend lijkt op circusvriend Henk Dinkelman en op mijn andere arm zit zijn vriend Jan Bark.
Even voor diegenen die hen niet kennen;
Deze twee mannen zijn zo’n beetje de elite onder de Nederlandse circusvrienden vanwege hun enorme hoeveelheid circusbezoeken en hun uitermate positieve instelling. Zelfs een jongleur met één bal en een vliegende trapeze met als hoogtepunt een kwart salto worden gewaardeerd en beloond met staande ovaties.
Ik gooi er de ene grap na de andere uit en – omdat er toch weinig kleine kinderen aanwezig zijn deze avond – soms zelfs over het randje van fatsoenlijk.
Laten de twee nou net die avond in de tent zitten. Heb ik weer. Ze stappen tegen de tijd dat mijn grappen volledig uit de hand lopen (maar het publiek plat ligt van het lachen) woedend de piste in en beginnen mij af te tuigen.
Jan zit op mij en Henk slaat met zijn rollator op mijn achterste.
Jan strooit jeukpoeder in mijn nek en Henk doet prikkeldraad op mijn arm.
Het publiek denkt dat het erbij hoort, dus lacht nog harder.
Deze droom had ik nadat ik beide Heren met een hoofdletter op Facebook persifleerde en ondanks mijn grensoverschrijdende grappen konden lachen. Dat zijn toch leuke mensen waar je wel van moet houden.
Nogmaals: geluk is niet ‘de feiten’, maar… ‘de bedenksels’.
Tot de volgende keer.