Een goed bewaard geheim.
Ik sta bekend als eikel en ben daar best trots op, want er zijn ook mensen die bekend staan om niets. En een oud gezegde luidt: ‘beter iets dan niets’.
Maar nu komt het.
Ik ben geen eikel, ik ben een uitermate zachtaardige lieve jongeman die net als jullie tranen met tuiten huilt bij de film ‘Hachi: A Dog’s Tale’. Ik heb twee eenden die uit mijn handen eten en vier poezen die vechten om op mijn schoot te mogen zitten. Ook heb ik heel veel vrienden die mij op handen dragen en andersom.
Ja, ik heb een scherpe tong en een nog scherpere pen, maar: het is comedy lieve mensen. Ik speel een toneelstuk. De werkelijkheid is dat ik regelmatig naar de deur moet lopen, omdat de bloemenboer weer eens een bos rozen aflevert. Gestuurd door mensen die ik te kakken heb gezet.
In het begin waren mensen als Tonie Teuteberg, Tony Wilson, Rob Ronday en Ron Ronell nog woedend en dreigden soms zelfs met motorbendes. Inmiddels zijn ze erachter dat de waardering voor hen alleen maar groter wordt als ze meelachen.
Ik weet mij te herinneren dat Anneke Gronloh als dronken vrouw werd gepersifleerd door Paul de Leeuw. Ze belde volledig volgegoten met goedkope Aldi-likeur de Vara op en Paul bood zijn excuses aan in het NOS Journaal. Een week later kwam Anneke in zijn programma en na jarenlange vergetelheid stond ze daar weer terwijl Paul haar weer te kijk zette voor heel Nederland. De volgende dag vlogen de in de haast bijgeperste cd’s van Brandend Zand de deur uit.
André van Duin gooide ooit een bord tomatensoep over Marco Bakker en hij sprak zijn afschuw hierover uit bij de roddelbladen. Einde carrière. Als je geschoren word moet je stil zitten…
Een goede show bestaat uit hoogtepunten en dieptepunten. Het hoogtepunt hebben we vandaag wel gehad, dus laat ik mij graag aan het einde van deze column verleiden tot weer eens iets uitermate onsmakelijks.
Maar om het nog enigszins elitair te houden doe ik het op rijm.
De kameel van Ron Ronell
De kameel van Ron Ronell heet Samba, maar had vandaag geen zin. Hoe je ook duwde en trok; er zat totaal geen beweging meer in.
Dus ging Ron met Samba naar de plaatselijke garage.
Tegen de monteur zei hij: “geen beweging in de kameel betekent geen gage”.
Pedro heette de monteur en hij zei: “ik regel het razendvlug”.
Hij had een oplossing voor handen en zette Samba op de brug.
Hij sloeg met twee baco’s tegen de ballen van het dier.
Waarop hij wegvloog als een wild geworden stier.
Maar – zei Ron op onaangename toon tegen die vent – hoe krijg ik hem nu weer te pakken, idioot die je bent?!
De monteur had een oplossing snel en vlug.
‘Ga jij ook maar even staan op die brug’.
Tot de volgende keer.