Voorbeeld van Assen en Tiel mag opvolging krijgen. Deze gemeenten hebben hun beleid veranderd ten aanzien van het vragen van staangeld aan circussen, met de reden dat Circussen een erkende vorm van Cultureel Immaterieel erfgoed zijn. Andere gemeenten moeten bezuinigen. Dit heeft ook zijn weerslag op kosten die in rekening worden gebracht rond evenementen. Leges, staangelden en kosten voor gebruiksvergunningen zijn explosief gestegen hetgeen een directe bedreiging vormt voor circussen. In sommige plaatsen zijn de kosten inmiddels dusdanig hoog dat een bezoek aan de desbetreffende gemeente al bij voorbaat onrendabel is. Het resultaat is dat circussen dergelijke steden overslaan en gemeenten hun doel (meer inkomsten genereren) voorbij schieten. Ook inwoners zijn de dupe omdat zij geen circus meer in hun gemeente kunnen bezoeken. De VNCO roept gemeenten dan ook op om kritisch en in redelijkheid naar deze kosten te kijken. In plaatsen waar veel voorzieningen (denk aan water, elektra) zijn aangelegd op het evenemententerrein is een hogere prijs gerechtvaardigd hoewel ook dan de betaalbaarheid niet uit het oog mag worden verloren. bron VNCO
