Van een traan naar een lach

Tekst en fotobijdrage: Cedric Stalpers

In de week dat Andere Tijden terugblikte op de opkomst en neergang van (het klassieke) Circus Herman Renz begon in het Tilburgse Leijpark festival Circolo, waar modern circus centraal stond. Lucho Smit, die met zijn eenmansvoorstelling De Ezel en de Wortel het festival aftrapte, benadrukte tegenover het Brabants Dagblad dat het nieuwe circus heel anders was dan het klassieke. Geen “clowns met rode neuzen en tijgers” – dat is een beeld uit het verleden – maar een kunstvorm die ook een boodschap durft uit te dragen. “Mensen niet alleen het dagelijks leven laten vergeten maar daar juist beter over laten nadenken.” Vragen die bij me opkwamen tijdens Circolo waren: hoe toegankelijk is het nieuwe circus en kunnen liefhebbers van het klassieke circus er ook een voorstelling vinden die hen aanspreekt?

Oud en Nieuw

Alhoewel op Circolo inderdaad geen roofdieren en rode clownsneuzen te zien zijn, zijn de verschillen tussen oud en nieuw circus misschien minder groot dan Lucho Smit en de lokale berichtgeving deden vermoeden. Ook in nieuw circus keren acrobaten (zoals bij de circuswandeling Poem van de AcaPA, Academy for Circus en Performance Arts, studenten) en jongleurs (zoals Tea Time Company met A Matter of Time) terug. Circus, zowel klassiek als modern, blijft een live kunstvorm, waarbij de afstand tussen toeschouwer en artiest heel klein is, humor en spanning een grote rol hebben, en tenten, vuurkorven en woonwagens het decor vormen. Smit durfde tijdens zijn voorstelling zowel verschillende klassiekers uit het klassieke circus te tonen, als het nieuwe circus op de hak te nemen: “Is dit allemaal pretentieus en onbegrijpelijk?” Dat grapje kon ik zeker waarderen aangezien modern circus inderdaad soms het risico loopt te hoogdravend en abstract te worden en daarmee een breed publiek van zich te vervreemden. In de jacht op artistieke erkenning van het moderne circus als kunstvorm offeren sommige makers iets te snel de toegankelijkheid op die het klassieke circus zo kenmerkte.

Plezierige nonsens

Dat gold gelukkig niet voor Tutti Frutti van Los Putos Makina. Zelden zo’n plezierig maffe en absurde voorstelling gezien. ‘Je hoeft niet alles te begrijpen… Je bent perfect zoals je bent en je mag lachen en klappen wanneer je wilt.’ Ik heb inderdaad niet helemaal begrepen waar de vrolijke waanzin van de voorstelling over ging, maar het plezier was er niet minder om. Een quick change act volgde op knappe jonglage en evenwichtskunsten, gevolgd door acrobatiek, vergezeld door aanstekelijke muziek, die na afloop door de vele bezoekers nagezongen werd. Als ik weer enkele tonen van de Tutti Frutti melodie terugluister, kan ik een lach niet onderdrukken. Misschien is Tutti Frutti’s diepere boodschap wel: je hoeft modern circus niet te begrijpen om er van te kunnen genieten.

Willy Wolf

De Putos Makina artiesten veranderden na afloop van hun voorstelling van wilde podiumbeesten in beleefde en ingetogen bezoekers van de Willy Wolf, de show van hun collega’s La Contrabande. De waardering die Los Putos kregen voor hun voorstelling gaven ze door aan de mensen van Contrabande in de vorm van een staande ovatie. Mooi om die waardering en collegialiteit tussen artiesten te zien. Willy Wolf – een eerbetoon aan een circusartiest en waaghals die stierf tijdens het uitvoeren van een gevaarlijke act – was net als Tutti Frutti modern in de zin dat er geen spreekstalmeesters, clowns of dierenacts te zien waren. Tegelijkertijd was de show ook aansprekend voor liefhebbers van klassiek circus, dankzij de toegankelijke vertelling en de fraaie trapezeacts. Het hele decor en de sfeer voerden je meer dan drie decennia terug in de tijd. Boven de hele show hing de vraag of deze voorstelling niet net zo gevaarlijk was al degene die de artiest Willy Wolf fataal werd. Daarmee was Willy Wolf duidelijk rauwer en verontrustender dan Herman Renz ooit was, maar de voorstelling raakte net als Renz bij mij een snaar.

Circusgewelf

Een rode draad door Circolo was het circusgewelf van Bert Beyens en Lieven Slabbinck, bestaande uit twee tientallen meters hoge bogen die iedere middag werden opgehesen en aan het einde van de avond sierlijk werden neergelaten. Het rood, roestbruin en gouden bladerdek van het park vormde de achtergrond van het indrukwekkende bouwwerk. Op het gewelf werd gejongleerd met diabolo’s. Daarna monteerden de artiesten aan deze bogen een trapeze en strapaten om vervolgens het publiek te verbazen met hun luchtacrobatiek. Het gewelf bleef verwonderen, hoe vaak ik het ook zag.

Vorm zoeken

Het circusgewelf vormde duidelijk een goed ingespeelde act. Voor andere artiesten fungeerde Circolo als een proeftuin, als een eerste mogelijkheid om hun act te tonen aan een breed publiek. De Tilburgse circusacademie AcaPA studenten uit Tilburg was aanwezig met een eigen tent (Fontys Arena) en de eerdergenoemde circuswandeling Poem. Na (onder andere) twee evenwichtskunstenaars toonde een tweetal zijn kunsten aan de Chinese mast, gevolgd door een knap hoepelnummer aan een van de eiken in het park, waarna de jonge artiesten een menselijke piramide vormden. Zoals vaker bij AcaPA waren de individuele acts van de jonge artiesten iets beter dan het overkoepelend verhaal, dat aan de abstracte kant was. Meer (muzikale) samenhang en een iets pakkender begin hadden de voorstelling zeker goed gedaan; muziek die bij een andere voorstelling een grote en aansprekende rol speelde, waarover straks meer.

Vorm vinden

Drie jonge circusartiesten, afkomstig van Codarts (Rotterdam) en de Acapa (Tilburg), hadden heel duidelijk al hun vorm gevonden en waren daarom genomineerd voor de jaarlijkse BNG Circusprijs. De jury werd voorgezeten werd door festivaldirecteur Marc Eysink Smeets. Alle drie de genomineerde acts van de jonge artiesten waren gerijpt en konden de liefhebbers van zowel klassiek als modern circus aanspreken. Cecilia Rosso vertelde met haar earial straps act, omvat door een doorzichtige koker, een sprookjesachtig verhaal. Ongewoon maar zeer mooi. Raff Pringuet had de meest klassieke act, waarin hij op lichtvoetige wijze jongleerde met de onderdelen van een saxofoon. Melody Nolan toonde gespierde en eigentijdse acrobatiek, waarmee ze uiteindelijk ook de prijs zou winnen. Het leek me een fotofinish: alle drie de acts waren verbluffend goed. Ze bewezen ook dat het verschil tussen klassiek en modern circus heel klein kan zijn: beide genres raken je recht in je ziel.

Music Meets Circus

Een hoogtepunt van het festival werd gevormd door een voorstelling van de AcaPA, te weten Music Meets Circus. Studenten van de Tilburgse circusacademie werkten samen met die van de Rockacademie en een Saxofoonklas. Ondanks de korte voorbereidingstijd van het gezelschap verleidde en vervoerde hun muziek de bezoekers van Circolo binnen en buiten de Fontys Arena tent. Zelfs de suppoosten hadden zin de controle even te laten voor wat die was en de voorstelling bij te wonen. Het spreekt in hun voordeel dat ze netjes bij de poort bleven; mij was het niet gelukt. (Uiteindelijk heb ik Music Meets Circus drie keer gezien.) Paula Passenheim en Dani Maier openden de voorstelling met knappe partneracrobatiek gevolgd door Dana Rimdjonoka en Micaela Castrillo Vargas die samen een tango dansten op de vervoerlijke melodie van Maria de Buenos Aires, uitgevoerd onder koperblazers onder wie Iván Sánchez Iglesias. Net als voor film is voor circus muziek heel belangrijk; deze geeft samenhang aan de handeling en maakt het geheel toegankelijk. Alhoewel de muziek was uitgevoerd door artiesten die nog in opleiding waren, wist die me tot tranen toe te ontroeren.

Verleden en toekomst

Was er dan niets aan te merken op Circolo? Jawel. Herman Renz was begrijpelijk voor alle leeftijden en tijdens Circolo viel het me op dat soms ouders met jonge kinderen een voorstelling binnen liepen die minder aansloot op de spanningsboog van deze leeftijdsgroep. Een echt kindvriendelijke voorstelling zoals Compagnie Borolosolo ontbrak dit jaar in de programmering, en die had wel alle dagen aanwezig mogen zijn. Daarnaast vond het festival plaats op drie verschillende locaties – bij de Schouwburg, in het Leypark en in de Nieuwe Vorst – hetgeen overloop tussen de voorstellingen bemoeilijkte. Sowieso vond ik dat kleinere voorstellingen zoals die van Fontys niet altijd het publiek kregen dat ze verdienden; iets meer aanmoediging (en meer tijd) om naast een grote ook een kleinere te bezoeken was goed te rechtvaardigen. Zeker gezien al het talent op het podium. Ook vraag ik me af of de promotie intensief genoeg was om een groter publiek te bereiken, en daarnaast doordacht genoeg was om te voorkomen dat enkele bezoekers bij een iets te hoogdrempelige voorstelling binnenwandelen. De meeste bezoekers zullen niet Herman Renz verwachten, maar mogelijk ook evenmin een voorstelling die alleen voor fijnproevers bestemd is.

Renz en Renaissance keren niet meer terug, maar als circusliefhebbers kunnen we gelukkig nog blijven genieten van mooie voorstellingen zoals Tutti Frutti, Willy Wolf, Music Meet Circus en het circusgewelf. Ik zie uit naar de sfeer, ontroering, humor en spanning van de volgende editie.