In maart 2009 verscheen het rapport “De intrinsieke waarden van dieren in performance-praktijken” “The intrinsic value of performing animals” van Prof. dr. F.W.J. Keulartz & Dr. Jac.A.A. Swart.
In de Tweede Kamer en de media woedde begin 2008 een felle discussie over plannen om wilde dieren in het circus te verbieden. Volgens critici van het dierencircus was niet alleen het welzijn van de betrokken dieren in het geding, maar horen wilde dieren überhaupt niet in het circus thuis: het zou op gespannen voet staan met de intrinsieke waarde van het wilde dier. Voorstanders poneerden daarentegen dat er geen welzijnsproblemen waren en dat de huidige circusdieren daar vaak al generaties lang leven, dus niet uit wild afkomstig zijn en daar ook niet naar terug kunnen keren. Bovendien zou het circus met haar dieren een culturele en historische waarde vertegenwoordigen.
Dit rapport is tot stand gekomen op verzoek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (TRCDL/2008/1747) en gaat in op onderstaande vragen:
- Wat moet onder intrinsieke waarde worden verstaan?
- In hoeverre heeft intrinsieke waarde ook betrekking op de omgeving (context) waarin het dier de facto verkeert en de geschiedenis die aan het dier verbonden is?
- Kan intrinsieke waarde en de mogelijke inbreuk daarop worden geoperationaliseerd in bruikbaar begrippenkader voor afweging en besluitvorming?
- Kan dit begrippenkader worden toegepast op circusdieren?
Het rapport (PDF)
Brief van de minister, G. Verburg, van Landbouw, Natuur en Voedsel kwaliteit. (PDF)
Bijlagen (PDF)
01072009_DL_2009_1443_ASGzonderbijlagenCircusdieren[1]
01072009_DL_2009_1443_ASGzonderbijlagenCircusdieren[1]-gecomprimeerd