DRESSUURHISTORIE Deel 4 Met de ondergang van het Romeinse Rijk komt er een einde aan het massale gebruik van dieren. Maar het verdwijnt niet helemaal. Men name bij Vorstenhuizen blijft men wilde dieren houden. In de renaissance was het Italië waar families met successen uit handel en nijverheid grote verzamelingen aanlegden.
Het waren niet alleen kunstvoorwerpen maar ook levende dieren. Ontdekkingsreizigers namen vaak ook dieren mee uit de landen die ze bezochten. De “Zoölogische Collectie” vormde zo een aanvulling op de grote kunstverzamelingen die werden aangelegd. De “dierentuin van Lorenzo” compleet met een echte giraffe was een van de bekendste. Met de dieren uit de “Zoölogische Collecties” werd ook opgetreden., maar dan toch voornamelijk voor de adel. In diverse musea bevinden zich getuigen van deze traditie. In de catalogus “Royal Music Machines” (Museum van Speelklok tot Pierement, Utrecht 2006) staan enkele van deze kostbaarheden afgebeeld. Zoals de “automatenklok met struisvogel en beer” uit circa 1585, een “trommelende beer automaat” van vóór 1625 en de “automaat met beer aan ketting” uit 1582. Dit zijn een soort speeldozen zoals we die nu ook nog kennen, maar dan handgemaakt door horlogemakers, en dus bepaald niet als speelgoed voor het gewone volk bedoeld. Ook vinden we in meerdere musea schilderijen waarop het optreden met allerlei dieren is afgebeeld. Met overigens opvallend veel dansende beren! Met dank aan Commissie Klassiek Circus