Het ‘reguliere’ seizoen van het reizende circus zit erop. Het goede nieuws: de tijd van de
kerst- en wintercircussen is begonnen. Marcel Bergema reisde tussen juli en eind oktober
als souvenirverkoper mee met de productie ‘Hans Klok & Friends’. In zijn column deelt hij zijn bevindingen en een prettige conclusie.
Door: Marcel Bergema
Om maar meteen te beginnen met die vraag: natuurlijk was dit circus, de kenner zag het direct. Met de tent van circusman Alberto Althoff, met optredens van diverse circusartiesten en met als crew alleen maar circusmensen. Reizend van stad naar stad met caravans en woonunits. Geen twijfel, toch?
Toch kwam ik in aankondigingen het woord ‘circus’ niet tegen. Het evenement presenteerde
zich nadrukkelijk níet als circus.
Typerend was wat een bezoeker in Venlo vertelde. Onderweg naar het Kazerneterrein zag hij de tenten van Alberto staan en hij dacht: wat leuk, er staat hier óók een circus. Om
vervolgens te zoeken naar de theaterruimte waar Hans Klok zou optreden. Ja… soms is de
grens tussen circus en theater heel diffuus. Soms.
Bij de promotie las je dus nergens de term circus en natuurlijk lag er géén zaagsel in de piste. Maar Hans Klok draaide nergens om heen. In de show noemde hij diverse keren het circus, de circusartiesten en de grote namen uit de geschiedenis van het circus. Met veel respect voor de circushelden die hem inspireerden.
Ook het voorstellingsthema was duidelijk: de jonge mimeclown Kevinski – via Holland’s Got
Talent intussen vooral bij de jeugd een beroemdheid – wilde dolgraag bij het circus. Via een
paar doldwaze mislukte acts kwam toch het bijna ontroerende moment: Hans benoemde
hem tot ‘de Clown, de Koning van het Circus’ en bood hem aan om met het circus mee te
reizen. Een droom kwam uit.
Aan het einde van de show riep Hans na een dankwoord gericht aan het talrijke publiek:
“Het variété is terug!”
Rond de kerstdagen treedt Hans Klok op in het kerstcircus in Enschede. Daar is zijn aandeel minder prominent en de rol van spreekstalmeester ligt bij een ander.
Overigens, als dit evenement een probeersel was, kunnen alle betrokkenen tevreden zijn.
Zeker Den Haag (Kijkduin), Groningen, Venlo en Breda waren succesvol. Dus: neem een
artiest met een klinkende naam, baseer de show op zijn/haar imago en prestaties, maak
hem/haar spreekstalmeester met dezelfde snelle, humoristische en aimabele presentatie als die van Hans Klok en succes is gegarandeerd. Circus of niet. Hoe deed Toni Boltini dat ook alweer?
Er was nog iets dat me opviel. Wie de show wilde bezoeken en bereid was de uit de kluiten
gewassen entreeprijs te betalen, werd er nadrukkelijk op gewezen dat het terrein al een uur voor aanvang toegankelijk was en dat er volop gegeten en gedronken kon worden. En dan veel meer dan alleen cola, popcorn en suikerspinnen.
Daarmee ontstond de combinatie van circus en foodtrucks, een idee dat al veel eerder bij
Alberto Althoff in het hoofd zat. Bij zijn tournee met de Ashton Brothers (Ashtonia, 2017)
was er zowel voor als ná de show veel te eten en te drinken. En ik herinner me clowns en
vuurspuwers die voor een hele speciale sfeer zorgden.
Heel anders dan de ‘gewone’ circusshow waarbij het publiek zorgt nét op tijd te zijn, meteen in de rij gaat staan en na afloop direct huiswaarts keert.
Behalve een goede horecaverkoop – waar met name ook de artiesten van profiteren – heeft
dit ook een logistiek spreidingsvoordeel. Het publiek komt op deze manier binnendruppelen, dringt niet bij de kassa en de entree, gaat niet meteen in de rij staan en gaat gespreid weer naar huis.
Nauwelijks drommen mensen die als eerste op de parkeerplaats wilden zijn. Daarvoor was
het op het terrein veel te gezellig.
Gezelligheid was er vooral ook door de meet-and-greet, waar Hans Klok en Kevinski veel tijd en aandacht aan besteedden. Goed voor de sfeer, goed voor de exploitatie.
Ik heb wat circuservaring, maar dit waren voor mij nieuwe ontwikkelingen die ik van heel
dichtbij aanschouwde. Met een goed gevoel: het circus lééft!