Hoewel jonge circusmakers op het podium staan bij de BNG Circusprijs, bepalen vier ervaren cultuurprofessionals wie dit podium verdienen. Hoe onderga je het proces als jurylid, waar kijk je naar, welke bril neem je mee? Een gesprek met Kevin van Geet. Als klassieke circusman neemt hij een bijzondere positie in bij de prijs.
Intussen is de winnaar van de BNG Circusprijs 2024 bekend: trapezeartiest Alice Davies. Eerder dit jaar nomineerde een jury haar samen met Clara Köpf (Chinese paal), Dimitri Landoz (objectmanipulatie) en het duo Hedvig & Karin (partneracrobatiek).
De volledige jury bestond uit Marc Eysink Smeets (Festival Circolo), Carole van Ditzhuyzen (Maaspodium), Britt Timmermans (circusmaker, winnaar BNG Circusprijs 2019) en Kevin van Geet (zelfstandig circusproducent). In deze lijst valt Kevin Van Geet op. Niet eerder nam een maker van uitgesproken klassiek circus plaats in deze jury.
Hoe ben je in de jury terechtgekomen?
Kevin: “Het balletje is gaan rollen via Fontys. Vorig jaar ontmoette ik Josine – de nieuwe studieleider van de circusopleiding – tijdens een werkveldbijeenkomst op Circolo. We hadden een goed gesprek over de wens tot samenwerking. Ten slotte sta ik jaarlijks met het Wintercircus in Tilburg en wil de opleiding haar studenten voorbereiden op het werkveld. Tot nu toe vond er weinig uitwisseling plaats – daar wilden we allebei verandering in brengen.
Josine vroeg na afloop of ik een keer plaats wilde nemen in de afstudeerjury van de opleiding. Dat kwam dan weer ter sprake tijdens een vergadering met het Circuspunt-bestuur en toen heeft Marc (Eysink Smeets, tevens bestuurslid bij Circuspunt, red.) mij ook uitgenodigd voor de BNG Circusprijs-jury.”
We kennen jou als echte klassieke circusman: hoe ervaarde je het jureren bij de afstudeervoorstellingen? Daar wordt toch vooral in een theatrale stijl gewerkt.
“Kijk, in zo’n jury moet je je eigen smaak aan de kant zetten. Wél kijk je altijd met een bepaalde bril. Door mijn bril – die gevormd is door een traditionele aanpak – kan ik sommige aspecten van een theatrale act misschien minder waarderen dan mijn collega’s met een theaterachtergrond, terwijl ik veel weet over de spanningsboog en presentatie naar het publiek. Dat zijn ook zaken die genres overstijgen.
Na afloop werd mij bij Fontys gevraagd of ik vaker in een jury zou willen zitten. ‘Natuurlijk’ antwoordde ik, ‘maar willen jullie dat zelf wel?’ Want ik wil niet het risico nemen dat de afstudeerders benadeeld worden doordat mijn eigen blik verschilt van hun artistieke ambities.”
Hoe kijk je daar nu tegenaan?
“Uiteindelijk is het juist zo interessant dat je nooit alleen jureert. Het eindoordeel komt tot stand op basis van meerdere blikken en meningen. Iedereen neemt diens eigen ervaring mee. En mijn ervaring als producent van meer klassiek circus zorgt misschien wel voor een stukje extra diversiteit in de mix. Het is belangrijk dat je elkaars opvattingen probeert te begrijpen en respecteert binnen de jury. Wanneer je daarvoor open staat leer je ook als jurylid.”
Heeft het jureren jouw blik op circus dan verbreedt?
“Dat denk ik wel. De afstudeeracts stonden in het hele proces centraal, je kijkt met zoveel mogelijk begrip voor de artiest. Daardoor heb ik meer begrip gekregen voor het type werk dat veel van de opleidingen komt. Na afloop hebben we in Tilburg nog urenlang interessant nagepraat – dat vond ik heel waardevol.
Tegelijkertijd doe ik mijn best om het begrip de andere kant op te vergroten. Bij het komend Wintercircus Tilburg wil ik een act van de opleiding presenteren. Daar staat nu een call voor open. Er zijn al meerdere inzendingen en hopelijk komen daar nog enkele bij. Hieruit ga ik een act kiezen die het best past binnen de rest van mijn programma. Dus ik ben zelf heel benieuwd hoe dat uitpakt.
Verder wil ik organiseren dat studenten meer op bezoek komen. De eerstejaars gaan altijd kijken bij de repetities van het Wereldkerstcircus in Carré maar hun perspectief op klassiek circus mag wel breder. Zodat ze misschien ontdekken: hé, de tenten hier zijn verwarmd, er ligt tapijt in de tent, goede techniekinstallatie, aardige mensen die je graag helpen: dit is ook een optie om na mijn afstuderen te werken. Náást gesubsidieerde projecten of theatertournees met buitenlandse gezelschappen.”
Dus het werkveld-perspectief voor de studenten verbreden?
“Jazeker. Ik hoop echt dat de opleidingen een nieuwe instroom gaan vormen voor de klassiekere circusproducties in Nederland. Nu werken we met artiesten uit buitenlandse circusfamilies en ambitieuze autodidacten. Terwijl bij de opleidingen ook zo veel talent zit – dat kan voor mijn producties een frisse inbreng vormen. En tegelijkertijd het perspectief van de studenten op beschikbaar werk verbreden.”
Hoe zie jij op dit moment de samenwerking tussen uiteenlopende genres in het Nederlandse circusveld?
“Dat zie ik positief ontwikkelen. Ik geef eerlijk toe dat ik er zelf niet altijd even positief in heb gestaan, net zo min als dat er interesse kwam vanuit de opleidingen. De laatste jaren zoekt iedereen duidelijk het gesprek op. We komen elkaar vaker tegen op bijeenkomsten en werken meer samen binnen Circuspunt.
Binnen Tilburg lijken we ons te realiseren dat het eigenlijk vreemd is om niét samen te werken met de circus-instellingen: Circolo, de opleiding en mijn Wintercircus. Natuurlijk verschillen we van elkaar in stijl en aanpak, maar uiteindelijk hebben we meer met elkaar gemeen. Alleen al omdat we allemaal iets met circus doen.”