Column ‘Voorwaarts en niet vergeten’ | Nummer 1
Even heel kort over mij. Ik ben een ongepolijste, ongemanierde, stronteigenwijze, uiterst irritante kerel van zevenenvijftig die alles beter weet en… een ik ben circusliefhebber sedert eind jaren zeventig.
Ik leef voornamelijk in het verleden en heb niks met het hedendaagse kunstzinnige circus. Mijn inbreng is vooral voor oude knarren.
Voordat we écht aan de eerste column beginnen, wil ik u even waarschuwen. Ik overdrijf wel eens, dus deel de door mij genoemde aantallen rustig door drie. Ook moet u mij niet al te serieus nemen, want dat levert – bij zowel u als lezer als bij mij als schrijver – alleen maar slapeloze nachten op.
De titel van mijn wekelijkse column op Circusweb is: “Voorwaarts en niet vergeten”. Een titel die stamt uit de jaren zestig en zeventig, toen vooral linkse lieden in het artiestensegment afgaven op de vernieuwende tijd.Zo is het ook bij mij. Maar ik besef dat naast het ‘niet vergeten van het oude’ de grote massa vooral vooruit wil. En ik ben de laatste die dat tegen wil houden. Dat was in de jaren zestig en zeventig het geval en in de huidige tijd ook. Natuurlijk moet ook het circus met de tijd mee, maar destijds was er nog maar één echt oud circus met alles erop en eraan. Of twee, misschien drie, laten we zeggen vier.
Laat ik dan nu écht starten door te vertellen over hoe ik circusliefhebber ben geworden. Als jochie van een jaar of veertien ging ik naar een groot Italiaans circus met drie maneges. Ja, toen heette het nog ‘manege’ omdat er nog dieren in overvloed waren te zien.Ik zat op een krakkemikkige houten klapstoel bij de uiterst rechtse manege en hoorde in de pauze dat in de uiterst linkse manege de dompteur in zijn kop was gebeten door een leeuw. Ik voelde me zo opgelicht, omdat ik bij de verkeerde manege zat. Ik had dat natuurlijk willen zien!
De betreffende dompteur had zijn hoofd in de bek van de leeuw gestoken, dus: eigen schuld dikke bult. Niet voor niets bestaat het woord dompteur in de eerste lettergreep uit ‘dom’.
Ik ging na de pauze bij de linker manege zitten want ik dacht bij mezelf; daar gebeurt nog eens wat. Laat er nu in de rechter manege een neushoorn op hol staan. Mensen moesten rennen voor hun leven en… weer was ik er niet bij! Ik heb uiteraard mijn beklag gedaan bij de kassa en het enige wat ze mij konden aanbieden, was een kortingsbon voor een andere voorstelling.De volgende dag trokken mijn hormonen toch weer naar die prachtige grote blauwe tent en ben ik bij de middelste manege gaan zitten. Zodat ik deze keer links én rechts in de gaten kon houden. Daar was ik zó druk mee dat ik de vertoningen in het midden over het hoofd zag. Later hoorde ik dat juist daar een clown ruzie kreeg met een andere clown. Tenminste: hij werd bekogeld met een slagroomtaart. Niks van gezien.
Ik ben sedertdien verknocht aan het circus. Het maakt mij niet uit of het een groot of een klein circus is. As ik zo nu en dan maar onder dat tentdak mag zitten…Tot bij de volgende column!
Circusweb-columnisten hebben de vrijheid om op Circusweb te schrijven wat zij willen. Aan de inhoud wordt niet gesleuteld.